H5 Flashcards

1
Q

een persoon dat edentaal is is

A

zonder tanden en kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke elementen wisselen in de 1e wisselfasen

A

snijtanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

epitheel is ?

A

bedekkend weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is glazuurorgaan ?

A

groep cellen in de tandklok dat het glazuur vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kanaaltjes van Tomes ?

A

kanaaltjes in het dentine waarin de odontouitloper loopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

schede van Hertwig ?

A

orgaan waaruit de wortelvorming begint

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tandkiem ?

A

knopvormige verdikking waaruit een gebitselement ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tandlijst ?

A

plaats waar die kiemen van de gebitselementen ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tandpapil ?

A

groep bindweefselcellen onder het glazuurorgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tweede wisselfase ?

A

de fase waarin de resterende laatste melkelementen wisselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wisselgebit ?

A

de fase met melk en blijvende elementen in de mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de eerste ontwikkeling van het gebit begint al …. weken na de bevruchting

A

6 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

cellen in de tandklok ontwikkelen zich tot …. ?

A

glazuurvormende cellen (ameloblasten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ongeveer ………. maanden na de geboorte breekt de eerste tand door

A

6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de eerste wisselfase begint als het kind ongeveer ….. jaar oud is

A

6 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de wisselfase duurt ….. jaar

A

2,5 jaar

17
Q

de rustfase begint als het kind ongeveer ……… jaar oud is

A

8 jaar

18
Q

de rustfase duurt onfeveer …… jaar

A

1 / 1,5 jaar

19
Q

de tweede wisselfase begint als het kind ongeveer ……. jaar oud is

A

10 jaar

20
Q

op de leeftijd van …….. breken de verstandskiezen door

A

18+