H4 “water”

Question 1

Aquifer

Answer 1

Een waterhoudende laag in de ondergrond

Question 2

Benedenloop

Answer 2

Laatste deel van een rivier vanaf de bron tot aan de monding

Question 3

Bovenloop

Answer 3

Eerste deel van de rivier vanaf de bron tot aan de monding

Question 4

Bron

Answer 4

Begin van de rivier/het hoogste punt van de rivier

Question 5

Debiet

Answer 5

De hoeveelheid water die een rivier per seconde afvoert

Question 6

Dijk

Answer 6

Door mensen gemaakte wal langs een rivier of de zee om het land tegen overstromingen te beschermen

Question 7

Dijkring

Answer 7

Gebied dat door dijken omringd wordt en het gebied beschermt tegen overstromingen

Question 8

Droogmakerij

Answer 8

Polder die is ontstaan door het droogleggen van een plas of (deel van) een meer

Question 9

Duinen

Answer 9

Door de wind opgeblazen zandheuvels

Question 10

Evapotranspiratie

Answer 10

Verdamping van water uit oppervlaktewater, bomen, planten en de bodem

Question 11

Fossiel water

Answer 11

Water in aquifers (vasthoudende lagen) dat al duizenden jaren in de ondergrond zit

Question 12

Gemaal

Answer 12

Een elektrische pomp die water uit een polder pompt

Question 13

Gemengde rivier

Answer 13

Rivier die zijn water krijgt van zowel smeltwater van gletsjers als van neerslag

Question 14

Gletsjer

Answer 14

IJsmassa die langzaam uit een gebergte naar beneden schuift

Question 15

Gletsjerrivier

Answer 15

Rivier die zijn water vooral ontvangt van smeltwater van een gletsjer

Question 16

Grondwater

Answer 16

Water dat in de bodem alle poriën vult

Question 17

Infiltratie

Answer 17

Water zakt in de bodem en komt in het grondwater terecht

Question 18

Korte waterkringloop

Answer 18

Als water vanuit zee verdampt en daar als neerslag weer in terechtkomt

Question 19

Lange waterkringloop

Answer 19

Als water vanuit zee verdampt, op het land als water terechtkomt en uiteindelijk weer de zee bereikt

Question 20

Meanderen

Answer 20

Het kronkelen van rivieren met grote bochten

Question 21

Middenloop

Answer 21

Deel van een rivier tussen de bovenloop en benedenloop

Question 22

Monding

Answer 22

De plek waar een rivier in de zee stroomt

Question 23

Ontziltingsinstallatie

Answer 23

Een apparaat/fabriek waarmee je zeewater drinkbaar maakt

Question 24

Oppervlaktewater

Answer 24

Water dat zichtbaar is aan de oppervlakte van de aarde

Question 25

Polder

Answer 25

Door dijken omgeven gebied waar de waterstand kunstmatig kan worden geregeld

Question 26

Regenrivier

Answer 26

Rivier die zijn water ontvangt van de neerslag

Question 27

Regiem

Answer 27

De verdeling van de waterafvoer van een rivier over het jaar

Question 28

Stroomgebied

Answer 28

Gebied dat zijn water afvoert via één hoofdrivier

Question 29

Stuwdam

Answer 29

Een dam die zorgt voor de afsluiting van een kunstmatig meer

Question 30

Verdamping

Answer 30

Vloeistof wordt gas

Question 31

Verhang

Answer 31

De gemiddelde helling van een rivier door het hoogteverschil tussen twee punten in de rivier te delen door de afstand

Question 32

Verval

Answer 32

Het hoogteverschil in meters tussen twee punten in een rivier

Question 33

Waterschaarste

Answer 33

Gebrek aan voldoende schoon water, omdat de vraag naar water geoter is dan de aanvoer

Question 34

Waterscheiding

Answer 34

Grens tussen twee stroomgebieden

Question 35

Watervoetafdruk

Answer 35

Totale waterverbruik per persoon per jaar

Question 36

Zeepolder

Answer 36

Een polder die ontstaat door het inpolderen van een door de zee aangeslibd stuk land

Question 37

Zeewering

Answer 37

De kustbescherming tegen overstromingen van de zee zoals duinen en dijken

Question 38

Zoet water

Answer 38

Water waarin weinig zout is opgelost en wat drinkbaar is