H4 Statistiek 3KGT Flashcards

1
Q

Wat is het CBS?

A

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is een onderzoeksbureau dat onderzoek doet naar veel zaken uit de samenleving. Ze publiceren die gegevens in de vorm van tabellen en diagrammen. Dit wordt gebruikt voor besluitvorming door de overheid en andere organisaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Je kan gegevens verzamelen met een telling en met een steekproef.

Wat is het verschil tussen een telling en een steekproef?

A

Bij een telling wordt het totale aantal meegenomen in een onderzoek. Bijvoorbeeld: een onderzoek naar de vervolgstudies van examenleerlingen op onze school, een onderzoek naar het aantal bewoners per wijk in Almere, etc.

Bij een steekproef stel je een vraag aan een deel van een bevolkingsgroep. Bijvoorbeeld: je wil weten wat jongeren vinden van Facebook, dan vraag je aan een klein deel van de jongeren wat ze van Facebook vinden.

Bij een telling wordt dus iedereen in een groep meegenomen in het onderzoek, bij een steekproef stel je een vraag aan een deel van de groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is een steekproef representatief?

A

Een steekproef is representatief als je ervan uit kan gaan dat wat het kleine deel van de groep in je steekproef als antwoord geeft op je vraag, een goede weergave is van wat de hele groep ervan vindt. Daarvoor moet je zorgen dat je allerlei verschillende soorten mensen uit die groep in je steekproef hebt zitten.

Bijvoorbeeld: als ik wil onderzoeken wat leerlingen vinden van onze school en ik doe daarvoor een steekproef, dan moet ik zorgen dat ik leerlingen in mijn steekproef heb uit alle leerjaren, van alle niveaus, zowel jongens als meisjes, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de modus?

A

De modus is de waarde of klasse die het vaakst voorkomt.

Dus de waarde of klasse met de hoogste frequentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de mediaan?

A

Wanneer je alle waarnemingen op volgorde van klein naar groot zet, is de mediaan is het middelste getal.

Bij een even aantal waarnemingen is de mediaan het gemiddelde van de middelste twee getallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het hoeveelste getal is de mediaan bij een totale frequentie van 17?

A

Bij een totale frequentie van 17 is de mediaan het 9e getal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het hoeveelste getal is de mediaan bij een totale frequentie van 50 ?

A

Bij een totale frequentie van 50 getallen is de mediaan het gemiddelde van het 25e en het 26e getal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de totale frequentie?

(Hoeveel leerlingen zitten er in deze klas?)

A

3 + 7 + 6 + 4 = 20

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe bereken je het gemiddelde cijfer?

A

3 x 5 + 7 x 6 + 6 x 7 + 4 x 8 = 131

3 + 7 + 6 + 4 = 20

131 : 20 = 6,55

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de modus?

A

De modus is 6.

(het cijfer 6 heeft de hoogste frequentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de mediaan?

A

De totale frequentie is 20, een even getal, dus er zijn twee middelste getallen.

De mediaan is het gemiddelde van het 10e en het 11e getal.

10e getal is 6

11e getal is 7

mediaan = (6 + 7) : 2 = 6,5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn klassenmiddens?

A

Klassenmiddens zijn het midden van elke klasse in je frequentietabel.

0 - < 10 : het klassenmidden is 5

10 - < 20 : het klassenmidden is 15

20 - < 30 : het klassenmidden is 25

30 - < 40 : het klassenmidden is 35

40 - < 50 : het klassenmidden is 45

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe bereken je het gemiddelde met klassenmiddens?

A

Het gemiddelde berekenen met klassenmiddens:

  1. bepaal de klassenmiddens
  2. tel alle frequentie x klassenmiddens op
  3. deel door de totale frequentie

2x5 + 5x15 + 12x25 + 6x35 + 3x45 = 730

2 + 5 + 12 + 6 + 3 = 28

730 : 28 = 26,071… ≈ 26,1 gram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe bepaal je de totale frequentie en de mediaan bij een histogram?

A

Om de mediaan te bepalen bij een histogram, zet je de gegevens uit het histogram in een frequentietabel.

Vervolgens volg je de stappen voor het bepalen van de totale frequentie en de mediaan in een frequentietabel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de modus?

A

De modus is de waarneming met de hoogste frequentie, dus in een histogram met de hoogste staaf.

De modus is hier 10.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Bereken welk cijfer je minimaal voor H4 moet halen om een 5,5 gemiddeld te komen staan.

A

totale weging: 20 + 25 + 25 + 30 = 100

5,5 x 100 = 550

550 - (4,8 x 20 + 5,2 x 25 + 5,4 x 25) = 189

189 : 30 = 6,3

Je moet minimaal een 6,3 halen voor H4.

17
Q

Wat is een boxplot?

A

Een boxplot is een diagram dat bestaat uit vier delen, die elk 25% van de waarnemingsgetallen bevat. De middelste verticale lijn is de mediaan.

18
Q

Wat is de mediaan van de cijfers van klas 2K?

Wat is de mediaan van de cijfers van klas 2L?

A

De mediaan is in beide klassen 7.

19
Q

Hoeveel procent van de leerlingen in klas 2K heeft een 8 of hoger gehaald?

A

25% van de leerlingen in klas 2K heeft een 8 of hoger gehaald.

20
Q

In klas 2K zitten 24 leerlingen.

Hoeveel leerlingen hebben een 8 of hoger gehaald?

A

25% van de leerlingen in klas 2K heeft een 8 of hoger gehaald.

25% van 24 is

24 : 100 x 25 = 6 leerlingen

21
Q

Tijdens de sportdag spelen de klassen 1A t/m 1D een voetbaltoernooi. De uitslagen worden bijgehouden in een gerichte graaf. Je ziet bijvoorbeeld dat 1C heeft gewonnen van 1B en dat 1A gelijkgespeeld heeft tegen 1D.

Voeg de volgende uitslagen toe in de graaf:
- 1D verliest van 1C
- 1A wint van 1B

A

De volgende uitslagen zijn toegevoegd in de graaf:
- 1D verliest van 1C
- 1A wint van 1B

22
Q

Tijdens de sportdag spelen de klassen 1A t/m 1D een voetbaltoernooi. De uitslagen zijn bijgehouden in een gerichte graaf.

Welke klas heeft het toernooi gewonnen?

A

Klas 1C heeft het toernooi gewonnen, want 1C heeft al hun wedstrijden gewonnen.