H4 Publieke omroep Flashcards
in welk jaar begon de geschiedenis van de Nederlandse Omroep?
6 november 1919, eerste radioprogramma geleid door H.H. Schotanus Steringa a Idzerda
NSF verzorgt als eerste radio’s. Wat is hun commerciële doel?
Meer radio’s verkopen
radio is van oorsprong verzuild
bedoeld voor specifieke groepen
Waarom hoort A~VRO niet thuis in het rijtje zuilen?
Ze willen een nationale omroep zijn
Wat houdt zendtijd besluit van 1930 in?
Hoeveel zendtijd iedereen krijgt (Avro is hiertegen)
Hoe ziet radiolandschap er uit na WOII?
- zendtijd wordt verdeeld (1930)
- Gezamenlijke programma wordt verzorgd Nederlandse Radio Unie
- De ROCC verdwijnt (geen preventieve censuur)
- luisterbijdrage blijft
- Regeringscommisaris wordt belast met het financiele toezicht op omroepverenigingen en NRU
wet op kijkgeld (1956)
innen van kijkgeld op iedereen met een tv tot 1965
REM-AVONTUUR
De Reclame Exploitatie Maatschappij begint in augustus 1964 vanaf een booreiland voor de kust van Scheveningen. Amusementsprogramma’s gemaakt, er is veel publiek. Marine heeft het 17 december 1964 verwijderd.
Verklaar motto van de eerste commerciële zender: niet zeeziek, maar zuilenziek.
- onvrede over programma aanbod
- niet mogen uitzenden van reclames
Wat wordt er bedoeld met het open bestel rond (1965)
nieuwe gegadigden toegelaten onder bepaalde voorwaarden. Commerciële omroep pas vanaf 1989
Wat houdt de cultureel criterium van de omroepwet van1969 in?
moet iets cultureels bevatten
hoe is vanaf 1969 de reclame op de publieke omroep geregeld
inkomsten van de ster
Wat is de invloed van de komst van de tros en later veronica op het publiek bestel?
MEERDERE OMROEPEN DOEN HUN NA. er ontstaat vertrossing
hoofddoel van toezicht van het commissariaat voor de media
diversiteit en onafhankelijkheid van de informatievoorziening te bewaken en een eerlijke toegang tot de media
Wat doet het commissariaat voor de media nog meer? (bv met de media monitor)
ze doen onderzoek naar ontwikkelingen in de mediasector. (media monitor geeft inzichten VAN de gevolgen van die ontwikkeling voor afhankelijkheid en de pluriformiteit)