H4 H5 Flashcards

1
Q

Motivaties voor mvo?

A

omdat het moet / hoort / loont (defensief en offensief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken mvo strategie

A
managementbetrokkenheid
organisatiebetrokkenheid
lijnverantwoordelijkheid
culturele verankering
ontwerpgericht denken
stakeholdersgerichtheid
blijvende vernieuwing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

belangrijke trends?

A
circulaire eco
functionele eco
bio-based eco
samenwerkingseco
deeleco
zelfmaakeco
internet of things
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

definitie stakeholder

A

een groep of individu met een bepaald belang in een organisatie en die invloed kan uitoefenen of beinvloed kan worden door het functioneren van de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stakeholdergroepen die je vergeet

A

omwonenden, consumentenorganisaties,belangengroeperingen, vakbonden, bedrijfsorganisaties, banken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

relatie met stakeholders

A

Slapende stakeholder (macht)
Vrijwillig gekozen stakeholder (legit)
eisende stakeholder (urgentie)
Afhankelijke stakeholder (urgentie en legit)
Dominante stakeholder (legit en macht)
Gevaarlijke stakeholder (urgentie en macht)
Kern stakeholder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benaderingen met stakeholders

A

reactief, defensief, accommoderende, proactieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dialoog met stakeholders

A
informatieverstrekking
informatieverzameling
consultatie
begrensde dialoog
open dialoog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Integriteit vereist ZUS

A

zorgvuldigheid (rekening houden met rechten, belangen en welzijn van alle stakeholders)
uitlegbaarheid (beslissen op basis van goede argumenten)
standvastigheid (houden aan de regels en toezeggingen nakomen en rug recht houden bij weerstanden en verleidingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Perspectieven naast P P P

A

Heden en toekomst

Omgeving hier en omgeving elders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn uitgangspunten van circulaire economie?

A

Afval is voedsel (Cradle to Cradle)
De zon levert gratis
Diversiteit is de norm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke stakeholdergroepen zijn er?

A
Klanten
Leveranciers
Werknemers
Concurrenten
Aandeelhouders
Banken
Bedrijfs- of branche-organisaties
Vakbonden
Belangengroeperingen
Consumentenorganisaties
Overheden
Omwonenden
Media
Mensenrechtenorganisaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat het linkage model?

A

Enabling linkage
Functional linkage (input en output)
Normative linkage
Diffused linkage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is enabling linkage?

A

stakeholders die het bestaan van de organisatie mogelijk maken, macht en middelen om te beslissen over het voortbestaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is functional linkage?

A

Stakeholders die er voor zorgen dat het bedrijf kan functioneren, consumenten, leveranciers etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is macht?

A

de mate waarin de stakeholder macht heeft zegt in hoeverre die zijn wil kan opleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is urgentie?

A

De mate waarin de stakeholder urgentie heeft zegt in hoeverre de belangen van de stakeholder moet worden bewaakt of behartigd door de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is legitimiteit?

A

De mate waarin de stakeholder legitimiteit bezit zegt in hoeverre de stakeholder volgens huidige geldende normen en waarden ook als stakeholder kan worden aangemerkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke drie latente stakeholders?

A

Volstaan met in kaart brengen en zicht bewaren.
Slapende (macht) gemeente
Vrijwillig gekozen (legitimiteit) honger bevolkingsgroep
Eisende (urgentie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke drie stakeholders met reële verwachting?

A
Actief volgen en controleren of de relatie goed is
Gevaarlijke stakeholder (macht & urgentie)
Dominante stakeholder (macht & legitimiteit) overheid
Afhankelijke stakeholder (urgentie & legitimiteit)
21
Q

Wat is CSR

A

Corporate social responsibility, waarde creëren met 3 p’s, kijken naar impact op alles wat betreft sociaal en economisch rekening houdend met stakeholders.

22
Q

Welke vormen van organisatie-herontwerp?

A

Fundamenteel herontwerp
Herontwerp gebaseerd op klantindicatie
Activiteitenafstemming

23
Q

Welke vier probleemcategoriën heeft het oorzaak-gevolgschema?

A
Mens
Methode
Middelen
Machines
(4 M factoren)
24
Q

Wat is het pareto-schema?

A

schema met staven, gewicht verticaal oorzaken horizontaal

25
Q

Wat is de verbetercyclus?

A

PDCA-cirkel

26
Q

Welke vier strategische velden heeft de BSC

A

Financiën
Klanten
Processen
Ontwikkeling

27
Q

Welke vijf organisatie gebieden heeft INK-model

A

leiderschap, management van medewerkers, strategie en beleid, management van middelen, management van processen

28
Q

Welke vier resultaatgebieden heeft INK-model

A

Medewerkers, klanten & partners, maatschappij, bestuur & financiers

29
Q

Welk overig resultaatgebied heeft INK-model

A

Verbeteren en vernieuwen

30
Q

Welke 5 primaire activiteiten heeft waardeketen-analyse?

A

Inkomende goederen, bewerkingen, uitgaande goederen, marktonderzoek & verkoop, nazorg

31
Q

Welke 4 ondersteunende gebieden heeft waardeketen-analyse

A

algemene bedrijfsvoering, personeelsbeleid, technologie-ontwikkeling, inkoop

32
Q

Welke drie technieken om duurzaamheidsproblemen op te lossen en op sporen?

A

Activiteitenschema, oorzaak-gevolg schema, pareto-schema

33
Q

Welke mogelijkheden zijn er voor MVO-innovatie?

A

Efficiëntere organisatie
Alternatieve werkwijzen
Nieuwe producten
Nieuwe diensten

34
Q

Waarom communiceren over MVO?

A
Verantwoording
Informeren
Draagvlak
Transparantie
Reputatiemanagement
Risicomanagement
35
Q

Hoe moet je het MVO-communicatiebeleid vormgeven?

A
Voor wie (doelgroep)
Waarom (doelstelling)
Wat (inhoud boodschap)
Hoe (hoe, welke communicatiemiddelen)
36
Q

Welke 4 uitgangspunten UNGC

A

mensenrechten, arbeid, milieu, anti-corruptie

37
Q

Wat is de IIRC international integrated reporting council

A

Internationale organisatie die rapporteren over MVO stimuleert en wilt dat het geen apart verslag is maar samen met integraal jaarverslag

38
Q

Wat is GRI global reporting initiative

A

internationale organisatie die richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving opstelt.

39
Q

Wat doet ISO 14001

A

Geeft advies over het opzetten en implementeren van milieumanagement

40
Q

Wat doet ISO 26000

A

Geeft advies over het opzetten en implementeren van het gehele MVO-beleid en stakeholdermanagement

41
Q

Wat doet de MVO prestatieladder?

A

Maakt het mogelijk om geïnspireerd door de ISO 26000 een MVO management systeem te certificeren.

42
Q

Professional heeft beroepsverantwoordelijkheid t.o.v.

A

de klant: partijdigheid/vertrouwelijke informatie/kwaliteit

beroepsgroep: beroepsethiek/beroepscode
werkgever: deskundigheid/autonomie
samenleving: vertrouwt op deskundigheid en integriteit van professional

43
Q

Corporate governance?

A

de manier waarop een onderneming goed, efficiënt en verantwoord geleid moet worden

44
Q

Tone at the top?

A

of de leiding van een bedrijf zich ethisch verantwoord gedraagd

45
Q

Wat is een moreel dilemma?

A

Moeten kiezen tussen twee handelingsalternatieven die beide moreel (on)wenselijk zijn

46
Q

Wat is de gevolgen-ethiek?

A

Een handeling is goed als de gevolgen van een handeling goed is, de handeling zelf is niet juist of onjuist maar de gevolgen wel

47
Q

Wat is de beginsel-ethiek

A

een handeling is moreel juist als deze overeenstemt met een in zich zelf geldende morele regel, ongeacht de gevolgen van de handeling

48
Q

Welke 6 kapitalen worden gebruikt bij jaarverslaggeving volgens IIRC

A
Financial
Manufactured
Intellectual
Human
Social & relationship
Natural
om te kijken of ze aansluiten op de doelstellingen van het bedrijf