h4 Flashcards

1
Q

bv

A

besloten vennootschap. onderneming met 1 of meerdere aandeelhouders. de aandelen zijn niet voor iedereen te koop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

eenmanszaak

A

onderneming met maar 1 iemand die de eigenaar is en de leiding heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

inkomstenbelasting

A

belasting wat iedereen over hun prive behoefte moet betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nv

A

naamloze vennootschap. onderneming met meerdere eigenaren, de aandelen zijn te koop op effectenbeurs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stichting

A

instelling die is opgericht om een bepaald doel te verwezenlijken en die niet op winst gericht is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vennootschapsbelasting

A

belasting niet de nv en bv over hun winst betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vof

A

vennootschap onder firma, een onderneming die met meer eigenaren die samen de leiding hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

algemene gelijke behandeling

A

wet verbied dat er onderschat gemaakt word op basis van ras, leeftijd, geslacht en afkomst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

arbeidsparticipatie

A

arbeidsdeelname, het percentage van de bevolking die tot de beroepsbevolking hoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

arbeidstijdenwet

A

wet met regels voor werk en rust tijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

abrbowet

A

wet met regels voor veilig en gezonde werk omstandigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

loon

A

prijs voor arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

werknemers verzekering

A

sociale verzekering die alleen geld voor mensen die werken of gewerkt hebben in loondienst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

arbeidsmarkt

A

het geheel van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

beroepsbevolking

A

iedereen van 15 jaar tot de pensioens leeftijd die werkt of werkeloos is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

concurrentiepositie

A

de mate waarin een bedrijf bereid is om te concurreren met een ander bedrijf