H3 Flashcards

1
Q

Wat wil verkrijging onder algemene titel zeggen?

A

Dat iemand men opvolgt in het gehele vermogen of evenredig deel van het vermogen, zowel rechten als plichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wil verkrijging onder bijzondere titel zeggen?

A

Iemand volgt men op in de rechten van een bepaald vermogensbestanddeel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt voor een rechtsgeldige overdracht vereist?

A
  1. een rechtsgeldige titel
  2. beschikkingsbevoegdheid van de rechtsvoorganger
  3. levering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer ben je een bezitter?

A

Als iemand een goed onder zich houdt met de wil het voor zichzelf te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer ben je houder?

A

Als hij een goed onder zich houdt krachtens een rechtsverhouding tot een ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke rechtsfeiten verplichten tot levering? (rechtsgeldige titel)

A
  1. Meerzijdige rechtshandeling: bijv. koop, ruil of schenkingsovereenkomst.
  2. Eenzijdige rechtshandeling: het legaat: testament waardoor begunstigde krijgt uit nalatenschap
  3. Andere handelingen: bijv. (on)rechtmatige daad en onverschuldigde betaling
  4. Ongedaanmaakverbintenissen: verbintenissen door ongedaan making van bepaalde prestatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het causale leveringsstelsel?

A

Geldigheid van de titel is noodzakelijk voor de geldigheid van de overdracht. Vernietiging van een overeenkomst heeft terugwerkende kracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het abstracte leveringsstelsel?

A

Bij de overdracht van een octrooi, de geldigheid van de titel is niet relevant voor de geldigheid van de overdracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer is een titel niet rechtsgeldig?

A

Als er sprake is van een nietige of vernietigbare rechtshandeling/overeenkomst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer is het nietig?

A

In strijd met de wet, openbare orde, goede zeden of handelingsonbevoegdheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer is het vernietigbaar?

A

Handelingsonbekwaamheid, bedreiging, bedrog etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het goedenrechtelijke effect?

A

Doordat de titel niet rechtsgeldig is wordt de daarop gebaseerde overdracht niet rechtsgeldig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat heeft een wanprestatie?

A

Geen invloed op de geldigheid van de titel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is beschikkingsbevoegdheid?

A

De bevoegdheid een bepaald goed te overdragen aan iemand anders. De overdracht is geldig als deze is gedaan door iemand die bevoegd is om over het goed te beschikken. Beschikkingsbevoegd = de rechthebbende, bij zaken = eigenaar/bezitter, bij vorderingsrechten = schuldeiser, bij beperkte rechten de beperkt gerechtigde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke twee fasen heeft een levering?

A
  1. De goedenrechtelijke overeenkomst: wilsovereenstemming vereist.
  2. De leveringshandeling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Levering roerende zaken artikelen

A
  1. 114 Feitelijke overgifte
  2. 115 sub a constitutum possessorium
  3. 115 sub b levering korte hand
  4. 115 sub c levering lange hand
17
Q

Levering registergoederen

A

Inschrijven in daarbij bestemde registers (3.89 lid 1)

18
Q

Levering vordering aan toonder

A

Overgifte van het papier waarin de vordering is belichaamd 3.93

19
Q

Levering vordering aan order

A

Zie vordering aan toonder + endossement (verklaring) 3.93

20
Q

Levering vordering op naam

A

Akte tussen overdrager en verkrijger alsook mededeling van de overdracht aan de schuldenaar 3.94

21
Q

Kenmerken pand en hypotheek

A

Beperkte rechten, zekerheidsrechten, afhankelijk rechten, ondeelbare rechten.

22
Q

Vereisten vestiging pandrecht

A

rechtsgeldige titel, beschikkingsbevoegdheid en vestigingshandeling.

23
Q

Wat zijn de rechten van de pand en hypotheekhouder?

A

Voorrang bij verhaal, recht van parate executie, positie van seperatist