H3 Flashcards

1
Q

Meestgebruikte bronnen van energie

A
  1. Aardolie
  2. Aardgas
  3. Kolen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aardgas

A

Een brandstof die onstaat als aardolie of steenkool lange tijd onderdruk staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bruinkool

A

Een brandstof die miljoenen jaar geleden ontstaan is uit plantenresten, die onder hoge druk veranderden in veen en vervolgens bruinkool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aardolie

A

Een brandstof die miljoenen jaren geleden ontstaan is uit dood plankton

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fossiele brandstoffen

A

Energiebronnen die lang gelden ontstaan zijn uit planten en dierenresten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kernenergie

A

opgewekt in een kerncentrale door het slijten van uranium, met de warmte die daar bij vrijkomt, kan stroom geproduceerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Natuurlijke broeikas effect

A

Een natuurlijk proces waarbij broeikasgassen in de dampkring ervoor zorgen dat de warmte van de zon deels op aarde vastgehouden word

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Radioactiviteit

A

De straling die vrij komt bij de productie van kernenergie en waarvan kleine hoeveelheden al er schadelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Steenkool

A

Een brandstof die ontstaat als bruinkool lange tijd onder druk staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Uitputbare energiebronnen

A

Energiebronnen waar van de voorraad opraakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nadelen fossiele energiebronnen en kernenergie

A

Kan op raken en vervuilend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aardwarmte

A

Warmte uit de ondergrond vanaf 500 meter tot 3km diepte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Biomassa

A

Organisch materiaal zoals mest, plantenresten, houtsnippers en frituurvet. Door het te verbranden kan stroom opgewekt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Duurzame energie

A

Energie die niet vervuilt en nooit opraakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geothermie

A

Zie aardwarmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hernieuwbare energiebronnen

A

Bronnen van energie die niet opraken

17
Q

Waterkracht

A

Energie uit stromend watet

18
Q

Wind kracht

A

Energie uit wind

19
Q

Zonen-energie

A

Energie uit de zon

20
Q

Tankschepen

A

Vervoer: steenkool, aardolie, vloeibaar aardgas, biomassa

21
Q

Hoogspanningsleidingen

A

Een kabel waardoor stroom word getransporteerd

22
Q

LNG

A

liquified, natural, gas (vloeibaar aardgas).
Door aardgas sterk af te koelen, word het vloeibaar

23
Q

Pijpleiding

A

Buizen waardoor vloeistoffen of gassen getransporteerd kunnen worden

24
Q

Raffinaderij

A

Een fabriek waar aardolie geschikt word gemaakt voor veder gebruik

25
Q

Termische centrale

A

Een elektriciteitscentrale waar stroom opwekt door de kracht van stomend water

26
Q

Energieverbruik neemt een beetje af hoe komt dat

A

Steeds meer energiebesparende maatregelen,

Mondiale ontwikkelingen

27
Q

Getijdencentrale

A

Een elektriciteit centrale waar stroom word opgewekt door de waterstroom die ontstaan bij de wisseling tussen eb en vloed

28
Q

Waterkracht centrale

A

Een elektriciteit-centrale die stroom opwekt door de stroom van water

29
Q

Waarom liggen thermische centrales aan het water en hoe veel?

A

Voor de aanvoer van de brandstoffen, het koelen en het opwekken van stroom
60

31
Q

Energietransitie

A

overgestapt van duurzame energiebronnen naar fossiele energiebronnen

32
Q

Terminals

A

Een grote opslagplaats voor energiebronnen als olie of (vloeibaar) gas

33
Q

Afvalverbrandingsinstallatie

A

Een fabriek die afval verbrandt. De warmte die hier bij vrijkomt kan gebruikt worden om gebouwen te verwarmen of om stroom mee te produceren

34
Q

Offshore windparken

A

Windmolen parken op zee

35
Q

Warmtekrachtkoppeling

A

Het gebruik van warmte die vrijkomt bij industriële processen