H2.2 begrippen Flashcards
1
Q
normaalkracht
A
kracht die loodrecht op, of vanuit, een voorwerp werkt. (bijvoorbeeld de kracht van een tafelblad op een fruitschaal)
2
Q
nulstand
A
de lengte van een veer als die niet wordt uitgerekt
3
Q
recht evenredig
A
twee variabelen zijn recht evenredig als ze naar verhouding evenveel toenemen of afnemen
4
Q
resultante
A
de optelsom van alle krachten die op een voorwerp werken
5
Q
uitrekking
A
de afstand waarmee de lengte van een veer toeneemt als er een kracht op wordt uitgeoefend
6
Q
veerconstante
A
eigenschap van een veer die aangeeft hoe ver de veer uitrekt, als er een kracht op wordt uitgeoefend