H2 SO Flashcards
afspraak
appointment
gips
cast
krukken
crutches
tandarts
dentist
ziekte
disease
onderzoeken
to examine
(zich) slechter voelen
to feel worse
breuk
fracture
beter worden
to get better
huisarts
GP (general practitioner)
pijn doen
to hurt
pleister
platser/bandaid(AmE)
hechtingen
stitches
behandelen
to treat
wachtkamer
waiting room
röntgenfoto
X-ray
ziek zijn
to be ill
bloeden
to bleed
kneuzen
to bruise
stoten
to bump
(ver)branden
to burn
hoesten
to cough
snijden
to cut
flauwvallen
to faint
(zich)misselijk voelen
to feel sick
jeuken, kriebelen
to itch
krabben
to scratch
(uit)glijden
to slip
verstuiken
to sprain
(zich) druk maken, stressen
to stress out
overgeven
to throw up
struikelen
to trip
(zich) niet lekker voelen
to be under the weather
blauw oog
black eye
duizelig zijn
to feel dizzy
(zich) ellendig voelen
to feel miserable
verkouden zijn
to have a cold
koorts hebben
to have a fever
verhoging hebben
to have a temperature
griep hebben
to have the flu
hoofdpijn
headache
infectie
infection
er bleek/pips uitzien
to look pale
loopneus
runny nose
schaafwond
scrape
keelpijn
sore throat
buikpijn
stomach ache
kies-/tandpijn
toothache
werkelijk
actually
buigen
bend
geweldig(e)
brilliant
contacteren
contact
vriend, gast
buddy
daadkrachtig
decisive
in orde
fine
(het) redden
manage
vriend, maat
mate
druk
pressure