H2 - Nederland Flashcards

1
Q

BIG

A

Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

NAN

A

Nederlandse Apotheek Norm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tablet

A

Samengeperst poeder, doordrukstrip (blister), breukstreep. Bijv: Roter Paracetamol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bruistablet

A

Tablet oplossen in water (koolzuurgas komt vrij), bevat Natrium (mag niet worden gebruikt door mensen met een hoge bloeddruk of bij een zoutarm/zoutloos dieet). Voorbeeld: Aspro bruis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Smelttablet

A

Gemaakt van een granulaat, gebruik zonder water, smelt op tong, gebruik van suiker voor betere smaak. Voorbeeld: Imodium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Capsule

A

Omhulsel van gelatine met poeder of vloeibare oplossing. Voorbeeld: Advil liquidcaps

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dragee

A

Tablet met een of meerdere suikerlaagjes (makkelijk slikken en beschermt tegen lucht/vocht), let op diabetici. Voorbeeld: Nurofen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Poeders

A

Fijn vermalen geneesmiddel, uitwendig gebruik, oplossen in water, verpakt in zakje per dosering (sachet). Voorbeeld: DARO hoofdpijnpoeders of Dermacure poeder tegen zwemmerseczeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Granules

A

Fijn poeder machinaal verwerkt tot kleine korreltjes, grotere korrel is een granulaat. Voorbeeld: Oscillococcinum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Crème

A

Olie-in-water mengsel om te smeren. Voorbeeld: Tantum crème

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Zalf

A

Meest vette vorm om te smeren. Voorbeeld: Zinkzalf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gel

A

Op waterbasis om te smeren. Voorbeeld: SRL-gelei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Emulsie

A

Een vloeibaar mengsel van twee of meer (vloei-)stoffen. Voorbeeld: Calendulan emulsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Suppositorium

A

Zetpil. Voorbeeld: Panadol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drank

A

Vloeibare oplossing, veel suiker dus let op diabetici. Voorbeeld: Daro Paracetamol voor Kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Druppels

A

Via mond, oor, oog of neus. Voorbeeld: Otrivin

17
Q

Tinctuur

A

Vloeibare oplossing met alcohol. Voorbeeld: Echinaforce

18
Q

Klysma

A

Rectale injectie. Voorbeeld: Microlax