h2 maatschappijleer 2.1 Flashcards
2.1
Rechtsstaat
Staat waarin burgers worden beschermd tegen de overheid door grondrechten en wetten.
Autoritaire staat
Macht ligt bij één persoon of een kleine groep; burgers hebben weinig tot geen invloed.
Democratische rechtsstaat
Burgers hebben inspraak (democratie) en worden beschermd door wetten.
Sociale rechtsstaat
Naast vrijheid en rechtszekerheid biedt de staat ook sociale voorzieningen.
Rechtszekerheid
Burgers en overheid houden zich aan wetten; zorgt voor voorspelbaarheid en vertrouwen.
Sociaal contract
Stilzwijgende afspraak tussen burgers en overheid voor wederzijdse rechten en plichten.
Geweldsmonopolie
Alleen de overheid mag geweld gebruiken om orde te handhaven.
Grondrechtenbeginsel
Iedereen heeft gelijke en fundamentele rechten.
Soevereiniteits- en democratiebeginsel
De macht komt van het volk, dat via democratie beslist.
Legaliteitsbeginsel
Overheidsoptreden moet gebaseerd zijn op wetten.
Trias politica
Machtenscheiding tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Verlichte dictatuur:
Autoritair regime waarbij leiders rechten van burgers enigszins respecteren.