H2 - De Nederlandse staat Flashcards

1
Q

Staat

A
  • specifiek grondgebied
  • er is een bevolking
  • er is een wettelijke ordeningen een bestuurlijke organisatie die gezaghebbend de wet- en regelgeving handhaven.
  • een staat is erkend door andere staten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Staat der Nederlanden

A
  • Juridische term voor de Nederlandse overheid.
  • Is een rechtspersoon: is bevoegd om rechtshandelijngen te verrichten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Koninkrijk der Nederlandern

A
  • Nederland
  • Aruba
  • Curacao
  • Sint-Maarten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Staatshoofd

A

de koning
* in Aruba Curacao en Sint-Maarten word staatshoofd vertegenwoordigd door gouverneurs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Constitutionele monarchie

A

Een staat waarin het koningschap verankerd is in een monarchie.
* Constitutie: het geheel van elementaire geschreven en ongeschreven regels met betrekking tot de organisatie van een staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Parlementair stelsel

A

de kern van het parlementaire stelsel, de Tweede Kamer, wordt gekozen door de bevolking. het stelsel kent 2 principes
* Ministriële verantwoordelijkheid: de ministers zijn verantwoordelijk voor het handelen van leden vanhet koningshuis enhet handelen van het ambtenarenapparaat dat namens de regering beleid voorbereidt en uitvoert.
* Vertrouwensregel: als het vertrouwen in een minister weg is en een meerderheid een motie van wantrouwen indient moet de minister opstappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Rechtsstaat

A
  • Al het overheidshandelen is gebaseerd op bevoegdheden die zijn vastgelegd in de grondwet
  • Er dient sprake te zijn van machtenscheiding: trias politica
  • Het bestaan van vrije en geheime verkiezingen
  • Het bestaan van grondrechten
  • Het bestaan van vrije en onafhankelijke media

heeft geen eenduidige definitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly