H2 Flashcards

1
Q

Systeem

A

het voorwerp dat je bestudeert (kan ook bestaan uit meerdere voorwerpen samen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Omgeving

A

alles buiten het systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Behoud van mechanische energie

A

Voor een geïsoleerd systeem waarop alleen de zwaartekracht en/of elastische

krachten werken, is de mechanische energie constant gedurende de hele

beweging:

Emech = Ekin + Epot = constant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wet van behoud van mechanische energie.

A

Stel het voorwerp gaat van toestand “1” naar toestand “2” dan
Emech = Ekin,1 + Epot,1 = Ekin,2 + Epot,2 = constant
GEEN WRIJVING

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De totale energie

A

mechanische en alle andere energievormen, inclusief thermische energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wet van behoud van energie

A

Als het geïsoleerde systeem overgaat van een eerste toestand naar een tweede toestand, geldt altijd: Etot, 1 = Etot, 2 of Etot = constant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Energie dissipatie

A

energieverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het rendement van een energieomzetting

A

de verhouding tussen de nuttige energie en de totale energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat kan arbeid verrichten.

A

Een voorwerp dat energie bezit, kan arbeid verrichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wanneer wordt arbeid verricht

A

Als een voorwerp een kracht F uitoefent op een ander voorwerp dat daardoor een verplaatsing Δx ondergaat, wordt er door die kracht arbeid verricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De verrichte arbeid zorgt voor.

A

De verrichte arbeid op een systeem door de resulterende kracht werkend op een voorwerp, zorgt voor een verandering van kinetische energie van dat voorwerp:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het arbeid-energietheorema.

A

Wtot = ΔEkin = Ekin, 2 – Ekin, 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Arbeid door de zwaartekracht
bij een vallend voorwerp

A

de arbeid van de zwaartekracht is dan positief,

Wz = mgh

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Arbeid door de zwaartekracht
bij een voorwerp dat op welke manier dan ook, naar boven beweegt

A

de arbeid van zwaartekracht is negatief,

Wz = -mgh

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly