h2 Flashcards

1
Q

wat is het verschil van dagbesting en vrijtijdbesteding?

A

Dagbesteding : is vraaggericht en heeft een vooropgestelde doel.​

Vrijetijdsbesteding: is binnen het context van het woonmilieu is meer op het taakgebied van een woonbegeleider.​

Soms kunnen de activiteiten bij beiden hetzelfde zijn maar het methodischebenadering verschilt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een woonbegeleider?

A

-de woonbegeleider helpt mensen bij het behouden van een zelfstandig bestaan in de eigen leefomgeving, of het herstel hiervan. ​

-De Woonbegeleider kan met verschillende soorten groepen werken, zoals jongeren, gehandicapten of verslaafden. Ook de woonsituaties verschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vaardigheden Woonbegeleider

A

1)Stimuleren​

2)Vasthoudendheid​

3)Feedback gevenStressbestendig​

4)Kritisch denken​

5)Analytisch vermogen​

6)Flexibel gedrag​

7)Omgaan met veranderingen​

8)Inlevingsvermogen​

9)Emotionele intelligentie​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat betekent beroepscode?

A

is een leidraad voor je handelen als professional.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de taak van beroepscode?

A

Hij geeft je aanknopingspunten om te bepalen hoe je je in je beroepsuitoefening als professional gedraagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Om kwaliteit van een instelling toetsen:

A

​Gebruikt men Beroepscode en Functieomschrijvingen, opleidingseisen, functie-eisen, vaardigheden en taakomschrijvingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Meest beschreven functie beschrijvingen richt zich op dagbesteding

A

alle activiteiten die de client of clientengroep een mogelijkheid biedt zijn/haar handelingscompetentie te behouden, en herstellen of te versterken. ​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een vaardigheden bestaat uit 4 componenten:

A

-De cognitieve component:
-De motorische component:
-De sociaalpsychologische component
-De handelingscomponent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een vaardigheden bestaat uit 4 componenten:

A

-De cognitieve component:
-De motorische component:
-De sociaalpsychologische component
-De handelingscomponent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De activiteitenbegeleider moet een aantal vaardigheden beschikken:

A

-Agogische vaardigheden met betrekking professionele relatie tussen ab’er en cliënt

-Ambachtelijke vaardigheden met betrekking muzikale, creatieve enz.

-Strategische vaardigheden met betrekking van de organisatie waar je werkt.​

-Taakomschrijving: een taakomschrijving geeft alleen de taken aan ​

-Functieomschrijving: geeft veel algemener aan wat de taken zijn die bij jou functie horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De taak van de ab’er in het team

A

-Mondeling en schriftelijk rapporteren
-Afspraken kunnen maken met andere disciplines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een Behandelplan is/kan onderverdeeld zijn in:

A

-Een behandelplan​
-Verpleegplan​
-Een activiteitenplan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Bij het vaststellen van activiteiten,​
aandachtspunten:

A

-Dagritme van de client​
-De vaardigheden van de client​
-Type(soort)activiteiten termen van beleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

noem 4 kernkwaliteit op:

A

-creativiteit
-genuanveerdheid en diplomatie
-dolematigheid en pragmatisme
-inlevingsvermogen en harmonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de negen gezichtspunten zijn:

A

-Kennis
-Zelfstandigheid
-Sociale vaardigheden
-Risico’s verantwoordelijkheid en invloed
-uitdrukkingsvaardigheid
-Bewegingsvrijheid
-oplettendheid
-overige functie eisen
-inconvenienten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De activiteitbegeleider/activeitentherapeut in relatie tot de client:

A

-houding van respect
-omgaan met informatie
-hanteren van activiteiten