H2 Flashcards
Endogene krachten
Exogene krachten zijn natuurkrachten van uitenaf de aarde (regen, wind)
Exogene krachten
Endogene krachten zijn
natuurkrachten van binnenuit de aarde (aardbeving, vulkaanuitbarsting
Relief
Hoogteverschillen in een landschap
Hooggebergte
toppen hoger als 1500m
Middelgebergte
Toppen tussen 500 en 1500
Laagland
Toppen onder 200 m
Verwering
Verwering is het uiteenvallen van steen ten invloed van het weer en de plantengroei. Het puin dat
daarbij ontstaat heet verweringsmartiaal. Dit is een goed voorbeeld van exogene krachten.
Erosie
Erosie is dat een (bijv. rivier het verweringsmartiaal afvoert en daarbij ander gesteente laat
beschadigen. Dat
Sedimentatie
Dat ze dat martiaal dan weer ergens anders neerleggen noemen we sedimentatie.
Sedimentgesteente
gesteente dat is ontstaan door dat er iets uit de lucht viel of in het water viel.
Aardkorst
de buitenste rand van de aarde die bestaat uit dik gesteente
Schollen
ander woord voor aardplaten
Plooiingsgebergte
bergen die zij ontstaan door buiging van de aardkorst
Jonggebergte
: gebergte met hoge spitse toppen, Scherpe hellingen en diepe dalen ( minder als 65
miljoen jaar oud)
Oudgebergte
gebergten met lagere afgeronde toppen, flauwe hellingen en ondiepe dalen. ( meer
dan 65 miljoen jaar oud)
Exogene krachten
natuurkrachten die van buitenaf de aarde komen.
Neerslag
water dat in vaste of vloeibare vorm naar beneden valt
Verwering
het uiteenvallen van gesteente door weer en plantengroei
Vorstverwering
vorm van mechanische verwering waarbij het steen door vriezen en ontdooien
uiteen valt.
Erosie
het afschuren en uitschuren van gesteenten door het met verweringsmartiaal beladen water,
ijs of wind.
mechanische
Mechanische verwering
hierbij valt het gesteente alleen uit elkaar
Biologische verwering
dit is verwering door levende wezens
Chemische verwering
de matrialen in een gesteenten reageren dan of andere stoffen waardoor het
kan breken.
Glacialen
Ander woord voor ijstijden
Interglacialen
De warme periode tussen 2 ijstijden in
Gletsjers
Ijsmassa die langzaam naar het dal schuift
Firn
Korrelige sneeuw
Firnbekken
Verzameling van firn hoog in de bergen
Zijmorene
Gletsjerpuin aan de zijkant van de gletsjertong
Grondmorenen
Sediment dat achterblijft als een gletsjer smelt
Eindmorenen
Verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich uit heeft geschoven
V-dal
Dal dat de vorm van een v is en is ontstaan door de uitschurende werking van een rivier
U-dal
Dal dat de vorm heeft van een u en is onstaan door de schurende werking van een rivier
Gletsjer tunnel
Tunnel die onder in de gletsjer ontstaat als er veel smeltwater is
Gletsjer poort
De plek waar het smeltwater uit de gletsjer stroomt
Gletsjer rivier
Rivier die smeltwater van een gletsjer afvoert
Gemengde rivier
Rivier die zowel smeltwater als regenwater afvoert
Bovenloop
Eerst stuk van een rivier (dicht bij de bron)