H2 Flashcards

1
Q

Descartes’ methode van kennisvergaring (3)

A
  • Twijfel aan alles
  • Deductie; afleiden van waarheden (axioma’s)
  • Individualist; dan zijn er geen misverstanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Descartes’ fysische wereld (=? en 2)

A
  • wereld vol bewegende deeltjes: vuur, lucht, aarde

- extensie en beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lichaam als machine was idee van?

Wat hield het in? (3)

A

Descartes:

  • zenuwen zijn holle buizen
  • hersenvocht (animal spirits) in ventrikels zijn kleinste deeltjes
  • reflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

‘Cogito, ergo sum’ was van?

A

Descartes;
essentie van “ik” is “denken” (ziel)
los van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Descartes (3)

A

dualisme
nativisme
rationalisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dualisme

A

Geest en lichaam zijn apart

  • lichaam zonder geest: automaat
  • geest zonder lichaam: aangeboren ideeën
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Materialisme

A

Geest is bijproduct van brein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Descartes influenced door welke andere filosofen? (2)

A

Plato (nativisme) en Avicenna (floating man thought experiment)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

‘Hoe kan materieel lichaam met de geest interacten?’ vroeg wie aan wie? En wat is het antwoord?

A

Princess Elizabeth aan Descartes

lichaam is dubbel, ziel is één (verbonden door epifyse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Locke (4 + 1)

A
  • inductie (nature)
  • Tabula rasa
  • tegen innate ideeën
  • simpele ideeën –> complexe ideeën
    (rood en zoet wordt ‘appel’)
    –> Molyneux experiment (blinde man ziet meteen wat een kubus/bol is? Nee!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

3 soorten kennis van Locke

A
  • intuïtief (directe waarneming); verschil zwart/wit
  • demonstratief (redeneren);
  • sensitief (observatie met zintuigen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sensitieve kennis makes up the world.

Noem de 2 kwaliteit

A
  • Primaire kwaliteit = vorm, massa etc

- Secundaire kwaliteit = kleur (hangt af van licht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Social contract

A

Idee van Hobbes en Locke;

gecombineerde ervaring leidt tot een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2 dingen waar associatie van afhangt

A

continguity & similarity
(Hume)
behaviorisme is hiervan afgeleid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leibniz (4)

A
  • er zijn 4 soorten monaden
  • tegen tabula rasa (nurture)
  • de geest is altijd actief (Locke vond van niet)
  • minute perceptions
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

4 soorten monaden

A
  • simpele = nemen alleen waar; plant (minute perceptions)
  • sentient = perceptie; dier
  • rationeel = apperceptie; mens
  • supreme = God
17
Q

Minute perceptions

A

Laagste vorm van awareness; typische voor bare/simpele monads.

18
Q

Dualisme

A

Geest en lichaam zijn verschillend

19
Q

Materialisme (3)

A
  • Monisme: geest en lichaam zijn 1
  • alleen de fysieke wereld bestaat
  • reductief materialisme: hersenen zijn geest
20
Q

Voordelen dualisme (4)

A

sluit aan bij

  • ervaring (zelf, bewustzijn)
  • lekentheorieën
  • religie
  • notie van vrije wil
21
Q

Nadelen dualisme (4)

A
  • het interactieprobleem (hoe stuurt geest je lijf aan?)
  • het bestaan van onbewuste processen
  • niet nodig (bijv. phlogiston, vitale energie)
  • hersenschade beïnvloedt geest
22
Q

Wat is het probleem bij materialisme?

A

Probleem van identiteitstheorie; als je lichaam/brein verandert, dan moet jij dus ook veranderen

23
Q

Pragmatisme; =? en hoort bij?

A

James

- Veel psychologen doen onderzoek naar de psyche zonder positie te kiezen in het dualisme – materialisme debat.