H1.1 Omgaan Met Natuurlijke Hulpbronnen Flashcards

1
Q

Van wat bestaat het aarde?

A

70% van het aarde is uit water bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Door wat beweegt het water?

A

Door de zon en de wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is atmosfeer?

A

Een schil van lucht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is hydrosfeer?

A

Hydro betekent water dus een sfeer van water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De 4 atmosfeer en km die de aarde heeft:

A

18km - Troposphere, 48km - Stratosphere, 90km - mesosphere en 350km - Thermosphere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe verwarmt het water?

A

Door de zon, als de zon dichter bij de evenaar is is het warmen en als de zon verdervan de evenaar is, is het kouder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe onstaan warme en koude zeestromen?

A

Het wind laat de zeewater stromen, zeewater die vanuit de noordelijke richting naar het evenaar stroomt zijn koud en zeewater die vanuit de evenaar naar de noordelijke richting stroomt zijn warme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In welke vormt komt water?

A

Het kan vast zijn dus ijs of sneeuw, of vloeibaar als water of gasvormig als waterdamp of mist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is condensatie?

A

De overgang van water in gasvormige toestand naar vloeibaare toestand, Dus het is tegenovergestelde van verdampen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is kringloop van water?

A

Water die voortdurend verplaats en steeds weer overgaan van ene toestand naar een andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een korte kringloop?

A
  1. Zeewater verdampt
  2. Waterdamp condeseert; er ontaan wolken
  3. Neerslag valt terug in de zee.
    Neerslag valt regelrecht in de zee terug
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een lange kringloop?

A
  1. Zeewater verdampt
  2. Waterdamp condeseert; er ontaan wolken
  3. Neerslag valt op het land en gaat via omweg terug naar zee.
    De neerslag valt op het land en gaat via een omweg terug naar de zee.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de verschillende omwegen te gaan?

A

Via rivieren direct naar de zee, verdamping van een deel van een neerslag en water verdwijnt in de bodem (infiltratiewater).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat vind je infiltratiewater?

A

Infiltratiewater bevindt zich in de opening tussen de zandkorrels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is porien?

A

De opening tussen de zandkorrels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is poreus?

A

Grond met veel porien.

17
Q

Wat is grondwater?

A

Grondwater is zoetwater die in de grond bevindt. grondwater kan duizenden jaren in de bodem worden vastgehouden dus 30% van de zoetwater ligt in de grond opgeslagen en 70% van zoetwater bevindt zich in ijskappen in Zuidpool en Groenland.

18
Q

Wie is afhankelijk van zoetwater en waarom?

A

Mensen, dieren en planten.

19
Q

Voor wat werkt het zoetwater?

A

Voor drinkwater, lichamelijke verzorging, processwater en koelwater en hydroelektriciteit