H11 Flashcards

1
Q

censuskiesrecht

A

Kiesrecht alleen voor mannen boven een bepaalde inkomensgrens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Adam smith

A

grondlegger liberalisme, the wealth of nations

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Karl Marx

A

grondlegger socialisme, het communistische manifest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Liberalisme

A

kapitalisme, vrijemarkteconomie, weinig overheidbemoeienis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

socialisme

A

gelijkheid, klassestrijd, revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

klassenstrijd

A

de strijf tegen de hogere burgerij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

confessionalisme

A

evenwicht, samenwerken, geloof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

feminisme

A

emancipatie, gelijke positie man en vrouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leo XIII

A

christelijk-sociale denken. Rerum Novarum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Elizabeth Cady Stanton

A

Feminisme, the declaration of sentiments

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wilhelmina Drucker

A

vrije vrouwenverenigign

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aletta Jacobs

A

de vereniging voor vrouwenkiesrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

SDAP

A

Leider Troelstra, marxisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ARP

A

protestand, Abraham Kuyper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

CHU

A

protestant, De Savorin Lohman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

RKSP

A

Rooms-katholiek, Schaepman

17
Q

Liberale Unie

A

Basseert zich op Thorbecke

18
Q

Kiesrechtkwestie

A

Liberalen: censuskiesrecht, Sociaaldemocraten en feministen: algemeen kiesrecht, Confessionalisten: tegen algemeenkiesrecht maar een uitbereiding voor de middenklasse

19
Q

Schoolstrijd

A

Liberalen+socialisten: openbaar onderwijs, Confessionalisten: openbaar en bijzonder onderwijs.

20
Q

Sociale vraagstuk

A

Liberalen: geen taak voor de overheid, Socialisten: socialisme, Christrelijke socialen: sociale wetten

21
Q

pacificatie

A

Verzoening, algemeen kiesrecht. financiele gelijkstellinf en meer sociale wetten

22
Q

Emancipatie

A

groepen strijden woor gelijke rechten en kansen

23
Q

gereformeerde kleine luyden

A

winkeliers, ambachtslieder en arbeiders bij kleine bedrijven. Gelovig maar wilden eigen kerk, onderwijs en sociale wetgeving zonder overheidbemoeienis.

24
Q

Rooms-katholieken

A

vroeger werden de katholieken gediscrimineerd en nu willen ze eigen onderwijs en sociale wetgeving.

25
Q

Socialistische arbeidersbeweging

A

Arbeiders wilden betere woningen, hogere lonen, minder werktijd en sociale wetgeving door de staat

26
Q

vrouwenbeweging

A

kiesrecht, betaald werk en toegang tot alle onderwijs

27
Q

verzuiling

A

bevolkingsgroepne leefden in afzonderlijke leefwerelden