h1 wereldvoedselvraagstuk Flashcards

1
Q

Welke factoren hebben bijgedragen aan het de toename van de wereldwijde voedselproductie?

A

Belangrijke factoren die hieraan hebben bijgedragen zijn:
schaalvergroting, mechanisering, irrigatie, kruising en selectie van gewassen en het gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen, krachtvoer en antibiotica.
De productiviteit (per persoon, per hectare, per dier) nam hierdoor toe in de landbouw en veeteelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

voedselzekerheid

A

Als iedereen op elk moment zowel fysiek als economisch toegang heeft tot voldoende voedsel; voedsel dat genoeg energie levert, voldoende voedingsstoffen bevat, veilig is en aansluit bij de culturele voorkeuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke twee toegangen voor voedzekerheid zijn er?

A

Fysiek toegang tot voedsel hebben is voor tientallen miljoenen mensen in de wereld een probleem (bijv vanwege oorlog, slechte infrastructuur of droog klimaat).
Economische toegang tot voedsel is nog een groter probleem. Ook in centrumlanden zoals NL hebben honderdduizenden mensen te weinig inkomsten om hun voedingsbehoeften te voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

´Voldoende voedsel´ gaat om meerdere aspecten:

A

Het voedsel moet genoeg energie leveren.
Het voedsel moet voldoende voedingstoffen bevatten
Het voedsel moet veilig zijn voor menselijke consumptie. .
Het voedsel moet aansluiten bij de politieke voorkeuren, Religie en cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kwantitatieve honger

A

situatie waarbij mensen te weinig energie binnen krijgen om productief of gezond te blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kwalitatieve honger

A

situatie waarbij mensen te weinig voedingsstoffen binnenkrijgen om productief en gezond te blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wereldvoedselvraagstuk

A

De vraag hoe we iedereen op aarde op een duurzame manier van voldoende voedsel van goede kwaliteit kunnen voorzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

koloniale tijd gebruikten de Europese overheersers hun koloniën voornamelijk als …

A

wingewest voor mijnbouwproducten en agrarische producten. De beste landbouwgronden werden gebruikt als plantages en de inheemse bevolking werd verdreven naar gebieden die minder geschikt waren voor landbouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vanaf de industriële revolutie werden de koloniën …

A

afzetmarkten voor industrieproducten die in het Westen gemaakt werden. Er ontstond een internationale taakverdeling van enerzijds de minder ontwikkelde landen die leverancier waren van grondstoffen en landbouwproducten en anderzijds de westerse landen die industrieproducten leverden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

exportgeoriënteerde landbouw

A

Door koloniale verleden.
Het is commerciele landbouw gericht op export
En het schaadt de binnenlandse voedselproductie: De winsten komen daardoor nauwelijks ten goede aan zaken als onderwijs en gezondheidszorg, dit verkleint de mogelijkheden voor landen om zich te ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

comparatieve voordelen

A

omstandigheden die ervoor zorgen dat een land vergeleken met een ander land bepaalde producten beter en goedkoper kan aanbieden; omstandigheden: kennis, loonpeil en kwaliteit van de infrastructuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

regionale specialisatie

A

= Het verschijnsel dat gebieden zich concentreren op de productie van goederen en/of de levering van diensten waarvoor de meeste comparatieve voordelen voor gelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

geglobaliseerde landbouw

A

De productie, verwerking, distributie en verkoop van gewassen vinden plaats in een wereldwijd netwerk.
Multinationale ondernemingen spelen daarbij een centrale rol: zij maken strategische keuzes over productielocaties en afzetmarkten.
→ Perifere landen ondervinden hiervan de meeste nadelen: de producenten ontvangen lage prijzen voor hun gewassen en de consumenten moeten relatief hoge prijzen betalen voor de eindproducten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

handelspolitiek ontstaan die gebaseerd is op protectionisme

A

Dit betekent dat landen de binnenlandse voedselproductie en de inkomens van boeren in bescherming nemen. Om dit te bereiken worden twee instrumenten ingezet:
Importheffing, belemmeren de import van concurrerende producten.
Landbouwsubsidies, ondersteunen de inkomens van boeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ondanks de beschermingsmaatregelen zijn de winstmarges in de landbouw klein.

A

Boeren in centrumlanden zo veel mogelijk hoeveelheden produceren, meestal veel meer dan voor de binnenlandse markt nodig is. → Veel goedkoop voedsel op de wereldmarkt, soms sprake van dumping. Voor landen in de periferie betekent dit goedkope import. Dat is goed voor de voedselvoorziening, maar nadelig voor de binnenlandse voedselproductie. Lokale boeren kunnen niet concurreren met de lage import. Wanneer de prijzen stijgen ontstaan er dus voedseltekorten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In de periferie wordt per hectare veel minder voedsel geproduceerd dan in centrumlanden. Hiervoor zijn diverse natuurlijke en maatschappelijke oorzaken aan te wijzen, maar het kernprobleem is

A

armoede

17
Q

. Een groot deel van de plattelandsbevolking in de periferie is voor de voedselvoorziening afhankelijk van…
Een ander probleem aan de productiezijde is dat er…

A

… traditionele landbouw, die een lage en onzekere opbrengst kent.
Kleine boeren ontbreken aan kennis en middelen om efficiënter en grootschaliger te produceren.
… genoeg kilocalorieën worden geproduceerd, maar voor een uitgebalanceerd dieet zou de verdeling koolhydraten, vetten en eiwitten respectievelijk ongeveer 55%, 30% en 15% moeten zijn. In de praktijk is de koolhydratenproductie ruim tweemaal zo groot als nodig is, maar worden maar net voldoende eiwitten en vetten geproduceerd. Dat heeft te maken met de relatief grote consumptie van koolhydraatrijke producten.

18
Q

Overgewicht is niet alleen meer in centrumlanden een probleem…

A

in de (semi) periferie neemt het probleem snel toe, vooral in de steden.

19
Q

Ruim ⅕ van het voedsel dat geproduceerd wordt, gaat…

A

verloren of wordt verspild.
-Een deel vindt plaats tijdens het groeiseizoen en de oogst. In perifere landen gaat veel voedsel verloren doordat de transport- en opslagmogelijkheden gebrekkig zijn.
-In centrumlanden is er veel verspilling aan de consumptie zijde.

20
Q

Voedselgewassen hebben te maken met een sterke concurrentie om de ruimte

A

een groot deel van het beschikbare landbouwareaal wordt niet gebruikt om voedselgewassen voor menselijk gebruik te verbouwen.

21
Q

verdringing

A

door uitbreiding van plantages moeten kleine boeren hun toevlucht zoeken tot andere gebieden om voedsel te verbouwen.

22
Q

De manier waarop landbouwgrond verdeeld is, heeft invloed op de voedselproductie. In veel landen in de periferie zijn de grootgrondbezitters zeer scheef. Sinds het begin van deze eeuw is de positie van kleine boeren in veel (semi) periferie landen nog slechter geworden. Dit heeft te maken met de toegenomen vraag naar goedkope landbouwgrond.
Oorzaken?

A

de gestegen prijzen van belangrijke voedselgewassen (tarwe, maïs etc), de groeiende vraag naar biobrandstoffen en het feit dat een aantal landen steeds moeilijker voldoende voedsel kan produceren.

23
Q

landgrabbing

A

buitenlandse overheden en multinationals kopen of huren grond om grootschalige commerciële landbouw te bedrijven. De lokale boeren kunnen hierdoor zonder pardon van hun land verdreven worden.

24
Q

mondiaal de ecologische voetafdruk voor voedsel toe. Waardoor?
Het probleem hierbij is, dat de draagkracht van de aarde beperkt is.

A

toename bevolking en toename koopkracht
ecologische voetafdruk = Het landoppervlak dat nodig is voor voedsel productie
draagkracht = Het vermogen van de aarde om enerzijds de biodiversiteit te handhaven en anderzijds aan de behoeften van de mens te voldoen.

25
Q

De aarde heeft van nature beperkingen als het gaat om de capaciteit om voedsel te produceren.

A
  • Veel gebieden zijn ongeschikt voor landbouw: het is er te droog, te koud, er is te veel reliëf of de bodem is niet vruchtbaar genoeg.
  • Doordat vaak meer water verbruikt wordt dan de natuur kan aanvullen, lopen droge gebieden een groot risico op fysieke waterschaarste.
  • Maar ook in landen waar voldoende water is, kan er sprake zijn van waterschaarste (bv. te weinig middelen om het water op te slaan). Er is dan ook economische waterschaarste.
  • weeromstandigheden
26
Q

landbouw beïnvloedt de draagkracht:

A
  • Schaalvergroting heeft enerzijds gezorgd voor een hogere productiviteit, maar ook voor monoculturen, waardoor in landbouwgebieden de biodiversiteit sterk is afgenomen.
  • In aride en subtropische gebieden is de landbouw een belangrijke veroorzaker van fysieke waterschaarste, maar ook van landdegradatie (bodemerosie, verzilting, verwoestijning). De export van landbouwproducten verergert deze problemen, doordat hierdoor virtueel water uit landen verdwijnt.
  • Intensivering van de landbouw veroorzaakt verdroging, verzuring en verarming van de bodem. Daarnaast zorgt de uitspoeling van kunstmest voor verstoring van het waterleven in rivieren, meren en zeeën.
  • Veeteelt draagt bij aan het versterkte broeikaseffect.
27
Q

voedselcrisis

A

Dreigend voedseltekort als gevolg van de beperkte draagkracht van de aarde en menselijke invloeden

28
Q

Geldgebrek heeft in de periferie en in delen van de semiperiferie ernstige gevolgen voor de voedselzekerheid.
Lokale schaal:

A
  • Op lokale schaal ontbreekt het kleine boeren aan kapitaal om te investeren in irrigatie, kunstmest, machines en zaaigoed van goede kwaliteit.
    Doordat de lonen laag zijn en er veel informele arbeid is, zijn de belastinginkomsten laag. Dit beperkt de mogelijkheden van overheden om te zorgen voor verbetering van het onderwijs, de infrastructuur en de bevrijdigheid. Geldgebrek is ook een belangrijke reden waarom overheden in de (semi)periferie het toestaan dat land grabbing plaatsvindt en dat de beste landbouwgronden gebruikt worden voor grootschalige plantages die handelsgewassen voor de export produceren. Dit levert de staatskas wel wat op, maar benadeelt de binnenlandse voedselproductie en maakt voedselimporten noodzakelijk.
29
Q

In elk land zijn er verschillen in welvaart en sociale positie van bevolkingsgroepen, maar in de (semi) periferie is deze sociaal-economische stratificatie over het algemeen veel groter.

A
  • kleine elite de macht
  • middenklasse klein
  • groep arme is groot
  • Vrouwen ondergeschikt
30
Q

Een derde groep factoren die de voedselzekerheid in de (semi) periferie schaadt, is van politieke aard.

A
  • vaak ondemocratisch
  • corruptie
  • door machtsongelijkheid ontstaan er veel conflicten
31
Q

vicieuze cirkel kennen kijk in boek

A
32
Q

Een effectieve economische maatregel om de voedselsituatie te verbeteren in de (semi)periferie is…

A

-investeringen doen in de infrastructuur en opslagmogelijkheden
- training op het gebied van landbouwtechnieken is belangrijk
- zouden veel landen hun voedselzekerheid verbeteren als ze minder handelsgewassen voor de export zouden verbouwen

33
Q

landhervorming

A

= Politiek gericht op herverdeling land, In sommige gevallen moesten grootgrondbezitters hun grond afstaan aan landloze boeren, in andere gevallen verdeelden overheden grond die in staat bezit was.
-De effecten hiervan zijn in meeste gevallen beperkt. Oorzaken hiervan waren onder meer dat kleine boeren niet genoeg kennis en middelen hadden om de grond efficiënt te gebruiken.

34
Q

Een politieke maatregel die de voedselzekerheid sterk kan vergroten

A

-is het verbeteren van de positie van minderheden en vrouwen. Door deze groepen meer rechten te geven, krijgen zij meer mogelijkheden om bijdrage te leveren aan de economie in het algemeen en de voedselproductie in het bijzonder.
-Een andere keuze die veel landen en handelsblokken kunnen maken, is het herzien van onderdelen van het landbouwbeleid.
-Internationale afspraken tussen regeringen kunnen de wereldwijde aanpak van de klimaatverandering stimuleren. Bemiddeling bij dreigende conflicten kan daarom voedselschaarste voorkomen of verminderen.