H1: The financial system Flashcards

1
Q

Haves and have nots

A

The economy consists out of haves and havenots. Haves possess
capital and can lend it out (Lenders). Havenots have more needs than
money and they will have to raise capital (borrowers).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

net wealth

A

When a single household owns a house of 100 but at the same time
has a remaining mortgage debt of 80, its net wealth is 20.
Net wealth = assets - liabilities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kinds of assets

A

> Tangible assets or real assets derive value from their physical
character and the utility they generate.
Intangible assets derive value from a legal claim to some future
benefit.
Financial assets are intangible assets that represent a claim to
future cash.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

asset

A

An asset is a possession that has value in an exchange transaction.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

traditional assets

A

Common stock
Bonds
Cash (and cash equivalents)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

alternative assets

A
Real estate
Commodities
Private equity
Hedge funds
Venture capital
Currencies (forex)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

liabilities

A

Mortgage loans
Consumer loans
Tax debt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Growth Drivers in Net Wealth

A

> Value changes in assets and liabilities
Net-income from labour, capital or transfers (i.e. pensions, social
security based income)
Inheritances, gifts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Companies can be funded with

A

> shareholder funds (equity) consisting out of the original equity,
rights issues and the retained profit.
debt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

company’s dept

A

When companies use debt to finance their operations, they use leverage.
Most companies use leverage to raise the ROE above the ROA.
ROE = return on equity i.e. profit/equity
ROA = return on assets i.e. profit/assets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leverage can be measured in different ways:

A

> As a Debt/Equity ratio
V&M define the gearing ratio as the ratio between long-term
debt and equity.
The net gearing ratio is often defined as the ratio of the
financial debt and the equity. Net financial debt is defined as the
long term debt + short term debt - cash - short term financial
assets.
As a Assets/Equity ratio i.e. a leverage multiplier.
The famous Dupont scheme uses the latter:
ROE = ROA x LM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

financial system

A

> Economic growth is linked to financial development.
The role of the financial system is to facilitate production, employment, and consumption.
Resources are funneled through the system so resources flow to
their most efficient uses.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

(Semi-)Direct finance through financial markets

A

Borrowers sell securities directly to lenders in the primary market.
After issuance, these securities often can be traded in thesecondary market.
> Money markets
> Capital markets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Indirect finance through financial intermediaries

A

> An institution stands between lender and borrower.

> We get a loan from a bank or finance company to buy a car

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Role of the Government in Financial Markets

A

Financial markets play a prominent role in the economy. This calls for
regulation if market failure (i.e. not producing services efficiently at the
lowest cost) may arise.
> Disclosure regulation in order to prevent issuers from defrauding
(actual or potential) investors by concealing relevant information.
> Market conduct regulation a.k.a. financial activity regulation
in order to prevent insider trading, in order to impose trading
rules, . . .
> Financial institution regulation in order to prevent the default
of financial intermediaries and in order to safeguard the payment
system.
> Restrictions on foreign participants in order to control
e.g. the money supply.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Other Potential Roles of the Government

A

> Act as financial intermediary (e.g. credit support through loans
and guarantees)
Influence the markets through monetary policy (i.e. government
sensu lato since this task is performed independently by the
central bank.)
Provide bail outs

The last potential role has been actively used in the past but is under
discussion.
> No bail out policies
> Systemically Important Financial Institutions (SIFIs)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

jager verzamelaars

A

sharing economy

18
Q

primitieve volkeren

A

gift economy

19
Q

domesticatie leidt tot

A
  1. urbanisatie
  2. territoriale soevereiniteit
  3. sociale stratificatie (hogere en lagere klassen)
  4. belastingen
  5. landbouw
  6. tellen, boekhouding, geschrift
20
Q

domesticatie leidde tot de volgende financiële concepten:

A
  1. eigendom
  2. handel
  3. vermogen
21
Q

geldfuncties

A
  1. rekeneenheid
  2. ruilmiddel
  3. opslagmiddel voor vermogen
22
Q

commodity money

A

> het idee van goederengeld is om een activum te kiezen dat niet enkel als rekeneenheid kan gebruikt worden maar ook als opslagmiddel (store of value) en als ruilmiddel (medium of exchange)

23
Q

goudstandaard

A

croesus.

monetair systeem waarbij de munt in een vaste verhouding gekoppeld wordt aan goud

24
Q

handel leidde in het jaar 1000 tot:

A
  1. ontstaan nieuwe steden
  2. bologna als eerste universiteit
  3. lenen bij FFF naar pandjeshuizen
  4. introductie van hindu arabische cijfers
25
Q

rekenmuntstelsel in de tijd van KDG

A

1 pond = 20 shelling = 240 penningen

26
Q

ontstaan financiële markten

A
  • 13e eeuw: italiaanse stadstaten geven perpetuele overdraagbare obligaties op naar uit (prestiti)
  • rond 1400: handel op vaste ‘markt’plaatsen met herbergiers als vertegenwoordigers
  • rond 1480 verschoof het financiele centrum van brugge naar antwerpen (1485 handel in binnenkoer van huis den rhyn)
  • 1531 eerste beursgebouw ter wereld in de buurt van de meir
27
Q

functies van indirecte financiering

A
  1. oplossers van informatie assymetrie
  2. vertrouwensfunctie
  3. transformatie van looptijden, grootte, liquiditeit en risicograad van financiële middelen
28
Q

directe financiering via tussenpersonen

A
  1. broker (makelaar): handelt voor rekening van klant
  2. dealer (commisionair): handelt voor eigen rekening
  3. broker dealer: zowel voor eigen rekening als die van de klant
29
Q

primaire markt

A
  • uitgifte markt, emissiemarkt, een markt voor producten tot stand komen
30
Q

secundaire markt

A
  • circulatiemarkt, markten waarom je dingen doorverkoopt zoals de beurs
31
Q

geldmarkt

A

> aanduidingen van de markt waarop papier verhandeld wordt dat een looptijd heeft van minder dan 1 jaar en uitgegeven wordt. enkelvoudige rente

32
Q

kapitaal markt

A

> aandelen, obligaties, hypotheekleningen

> samengestelde interest

33
Q

lening

A

onderneming leent enkel van bank

34
Q

effect

A

> onderneming gaat van meerdere lenen
makkelijker door te verkopen dan een lening
vb aandelen

35
Q

indirecte financiering

A

> tussenpersoon tussen de behoevende en de vermogensverschaffer waarbij tussenpersoon voor eigen rekening optreed. bij semi direct is dat voor de partijen
bij semi direct komt commissie op de resultaten rekening
bij indirect op de balans

36
Q

shadowbanking (kredietintermediatie)

A

> transformatie van deposito’s in kredieten
looptijdtransformatie
liquiditeitstransformatie

37
Q

beursmarkten vs buitenbeursmarkten

A

beurs: handel wordt gecentraliseerd in computer en daar gebeurt die handel vb euronext
buitenbeurs: andere valuta’s kopen, OTC over the counter markt (swapping)

38
Q

vloerhandel vs schermen handel

A

vloerhandel: handelaars ontmoeten elkaar fysiek
schermenhandel: flashcrash, aandeel is plots 30% minder waard en daarna plots weer 30% meer waard. -> flashtrading is orders die orden verborgen houden (strafbaar)

39
Q

prijsgedreven en ordergedreven markten

A

prijsgedreven: market clearing = bepalen van de prijs
ordergegeven: zo veel mogelijk aankooporders te matcehn aan de beschikbare verkooporders
(enkele, dubbele, semi continue, continue fixing)

40
Q

contant markten vs termijn markten

A

contant: cash (onmiddelijke transactie)
termijn: markten voor afgeleide financiële producten of spot markt (koper zal recht/plicht hebben de koop/verkoop op een later tijdstip door te voeren)

41
Q

functies van financiële markten

A
  1. prijsbepaling
  2. liquiditeitsverschaffing
  3. beperking van zoek en informatiekosten
  4. mogelijk maken risicotransfers