H1 T5: De kenmerken v/h Zonnestelsel Flashcards
1
Q
nevelhypthese?
A
=Kant-Laplace-hypthoses
= Zonnestelsel is ontstaan uit een smentrekkig v/e enorme gasmwolk (zonnenevel)
2
Q
voorwaardden hemellichaam om planeet te kunne genoemd worden:
A
- Object dat door eigen zwaartekracht rond is, maar te weinig massa heeft voor kernfusie
- object bevindt zich in een baan om de zon
- omgeving v zijn baan moest schoongeveed zijn v objecten (door zwaartekracht)
3
Q
Wrm Pluto niet = planeet
A
sinds 2006
baan v Pluto niet helemaal schoongeveed v objecten –> bevindt zich in Kuipergordel
4
Q
8 planeten:
A
- Mercurius
- Venus
- Aarde
- Mars
- Jupiter
- Saturnus
- Uranus
- Neptunus
5
Q
chemische groepnamen?
A
- terrestrische planeten (= aardse planeten)
- gasreuzen
- ijsreuzen
6
Q
5 verschillen terrestrische <=> gasreuzen
A
- VAST opp <=> GASVORMIG opp
- DICHTER bij Zon / gasreuzen <=> VERDER v/d Zon / terr
- GEEN RINGEN <=> RINGEN
- WEINIG/GEEN MANEN <=> VEEL MANEN
- HOGE DICHTHEID (m) <=> LAGE DICHTHEID
7
Q
binnenplaneten?
A
=planeet die om de Zon draait in de baa, binnen de baan v/d Aarde
-> Mercurius + Venus
8
Q
buitenplanteet?
A
=planeet die om de Zon draait in een baa, buiten de baan v/d Aarde
-> Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus
9
Q
Wrm is aarde goudlokjeplaneet?
A
- gelgen in goldlokjezone= leefbare zone binnen planetenstelsel met leefbare temperatuur
10
Q
A