H1 Principles of Cell Biology Flashcards
3 delen lichaam zoogdier
- Structurele deel: stevigheid en transport (skelet, spieren, huid en haar, cardiovasculair)
- Coördinerende deel: communicatie (zenuwstelsel, endocriene stelsel)
- Viscerale deel: inwendig
(digestie, respiratie, urogenitaal)
Taxonomie
Wetenschap van het indelen van individuen of objecten in groepen.
Plant+fungi - dieren
Dieren: invertibraten en vertebraten
Vissen, vogels, reptielen, zoogdieren en amfibieën.
Craniaal
Richting de voorkant/hoofd
Caudaal
Richting de achterkant/staart
Dorsaal
Richting de bovenkant/ruggengraat
Ventraal
Richting de onderkant/buik
Lateraal
Richting de zijkanten van het lichaam
Mediaal
Richting het midden van het dier
Proximaal
Richting het beginpunt van een ledemaat, dicht bij het lichaam
Distaal
Weg van het lichaam
Palmaar
De onderkant van de voorpoten
Plantaar
De onderkant van de achterpoten
Vesicula
Blaasje
Fenestra
Venster, opening
Basaal
Onderkant/bodem
Apicaal
Bovenkant/top
Membraan
Dunne wand/vlies
Papilla
Verhevenheid/bobbeltje/wrat
Afferent
Aanvoerend/toevoerend
Efferent
Afvoerend
Foramen
Opening, gat, ‘raam’
Sinus
Holte
Constrictie
Samentrekken, vernauwen
Dilatatie
Verwijden
Excretie
Uitscheiding
Secretie
Afscheiden en produceren
Absorptie
Opnemen (stoffen van buitenaf)
Adsorptie
Bevestiging van stof aan iets anders
Wat is een cel
De kleinste eenheid waar alle basisfuncties plaatsvinden: opname van voedingsstoffen, ademhaling, vermenigvuldiging
Onderdelen van een cel
Celmembraan - buitenwand
Cytoplasma - vloeistof in de cel
Nucleus - kern
Organellen - structuren in de cel
Teken een cel
[tekening]
Celmembraan
Dubbele laag van fosfolipiden en eiwitten
Controleert wat de cel in en uit gaat (selectief permeabel)
Permeabiliteit van het celmembraan
Poriën
Diffusie
Gefaciliteerde diffusie
Actief transport
Cytoplasma
Vloeistof met opgeloste stoffen (glucose, eiwit, ionen). Organellen en nucleus drijven hier in.
Nucleus
Kern van de cel die chromosomen bevat waarin het DNA zit
Organellen
- Mitochondrieën - ademhaling van de cel en ATP
- Ribosomen - eiwit productie
- Endoplasmatisch reticulum - SER en RER
- Golgi apparaat - aanmaak lysosomen
- Lysosomen - verteren stoffen
- Centrosomen - celdeling
- Cilia of flagellae - beweging
Mitose
2 identieke kopieën
Meiose
Helft van de chromosomen, versmelting na bevruchting
Endocytose (fagocytose)
Instulping, vorming vesicula, samensmelting me lysosoom, vertering door lyzosomen, opname in cel
Exocytose
Naar buiten brengen
Water in het lichaam
60-70% van het lichaamsgewicht
Cel bestaat uit 80% water
Op twee plaatsen: ICF en ECF
ECF
Extracellulair - buiten de cel
Bestaat uit: plasma, interstitiële vloeistof en transcellulaire vloeistof
Cel haalt hier alles uit wat hij nodig heeft
Diffusie
Beweging met concentratiegradiënt mee, alleen kleine moleculen, er is geen barrière, tot evenwicht bereikt is
Osmose
Beweging van water door semi-permeabele membraan, opgeloste deeltjes trekken water aan
Isotoon, hypotoon en hypertoon
Homeostase
Evenwicht/balans
Verlies en aanvoer van H2O
Ademhaling - 20ml/kg LG
Urine - 20ml/kg LG
Ontlasting 10-20 ml/kg LG
Braken, diarree, wonde (bloed), koorts is extra verlies
Drinken - 50-60 ml/kg LG
Eten
Organische stoffen
Koolstof
Zuurstof
Waterstof
Stikstof
Koolhydraten, eiwitten, vetten
Anorganische stoffen
Geen koolstof
H2O, mineralen, zuren/basen, elektrolyten
Mineralen: kationen, anionen, elektrolyten
pH lichaam
pH 7 - neutraal
pH 7.35/7.4 in lichaam
Regulatie gebeurd in nieren, longen en rode bloedcellen