H1 ontdekkingsreizen Flashcards

1
Q

wat is een ontdekkingsreis

A

een ontdekkingsreis is een bewuste reis naar ongekende of nieuwe gebieden, die verkend worden en nadien een verslag van wordt uitgebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

referentiekader ontdekkingsreizen

A
  • tijd 9e eeuw tot nu
  • ruimte = heel de wereld
  • politiek terretoriaal: nieuwe gebieden koloniseren
  • politiek bestuurlijk: besturen van nieuwe gebieden
  • economisch = handel en nieuwe grondstoffen op nieuwe gebieden
  • sociaal = slavernij
  • cultureel = christendom verspreiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe reisde de vikingen

A
  • drakkar schepen = minder diepe diepgang voor in ondiep water)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe navigeerde de vikingen

A
  • Navigatie via hemellichamen en herkenningspunten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar reisde de vikingen naartoe

A
  • europa: om te plunderen
  • kolonisatie ijsland
  • groenland
  • vinland: noordelijk amerika
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wie leidde de vikingen naar vinland

A

Leif Eriksson

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe kwam er einde aan de vikingen in vinland

A
  • contact tussen vinland en ijsland verbroken door stormen

- overblijvende vikingen in vinland sterven uit door inteelt en gevechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welk belang hebben de ontdekingsreizen van de vikingen vandaag

A
  • belangerijk: we weten nu dat de vikingen 500 jaar voor columbus in maerika waren.
  • onbelangerijk: ze hebben weinig impact gehad op noord-amerika en onze geschidenis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wie was Marco Polo

A

Hij was een handelaar in de 13de eeuw die handel wou verhogen met de midden oosten en arabieren, daarnaast wou hij ook het christendom verspreiden en bondgenoten zoeken oor de strijd tegen de Islam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat was het economisch oorzaak van de ontdekkingsreizen

A
  • handel met oosten verhinderd door ottomanen = aanbod daalt

=> dus gaan zij zoeken naar nieuwe handelsroutes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat was de religieuze oorzaak van de ontdekkingsreizen

A
  • bondgenoten zoeken voor reqonquista( rijk pape jan = etheopië
    => herovering van het arabisch schiereiland tegen islam. spanje en portugal worden terug christenen na de val van granada in 1492. op dit moment heersen Isabella van Castillië en Ferdinand van Aragon over spanje.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

technische oorzaak ontdekkingsreizen

A
  • nieuwe karveel scheeptype = beter en sneller voor verre reizen
  • nieuwe meetinstrumenten: kompas, astrolabium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wetenschappelijke oorzaak ontdekkingsreizen

A
  • herontdekking bolvorm aarde opent perspectieven
  • boekdrukkunst: beter alles bijhouden en publiceren
  • humanisme = zelf willen ontdekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat heeft prins hendrick de zeevaarder gedaan

A
  • wou europeese expansie en nieuwe handelsroutes
  • hij omringde zich met cartografen en sterkundigen
  • hij verkende de afrikaanse westkust
    • hij wou de macht van de moren hebben en het christendom verspreiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bartolmeu Dias

A
  • zeilde rond zuidelijk punt afrika (kaap der goede hoop)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vasco da gama

A
  • langs kaap der goede hoop naar indië

- stopte op onverkende oostkust afrika

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pedro Cabrol

A
  • leid handelsmissie naar indië

- ging over atlantische oceaan en lande in brazilië (perongeluk)

17
Q

christoffel columbus

A
  • wou onbekende westelijke zeeën verkennen, met steun van Isabelle van castillië en Ferdianand van Aragon
18
Q

op welke datum vertok columbus

A

3 augustus 1492

19
Q

welke 3 schepen nam columbus

A

de santa maria, de pinta en de niña

20
Q

wat was de bemaning van columbus

A

vooral gevangenen, die mochten kiezen tussen werken op een schip of sterven in een cel

21
Q

wanneer en waar kwam columbus aan

A

12 oktober 1492 in de bahamas en noemde het San Salvador

22
Q

Amerigo Vespucci (portugal)

A
  • onderzoket gebieden die columbus ontdekt heeft

- nieuwe werelddeel werdt naar hem benoemd

23
Q

Magalhaes

A

= eerste omvaart van de aarde: Magelhaes stierf in filipijnen, eerste stuurman Elcano maakte het reis af

24
Q

wat was de mareclausumprincipe

A

=> de zee als terretorium dat tot een land kan toebehoren. Ze is niet open en vrij, ze is van hij die ze ontdekt.

25
Q

wat was de verdrag van torsedillas

A

lijn dat het niet europese werld in het westen verdeeld tussen spanje en portugal

26
Q

verdrag van zaragoza

A

tweede lijn (aarde is rond)

27
Q

wie waren engelse concurenten

A

Drake: ontdekkingsreiziger = vaarde rond wereld
Calot en Davis = ontdekkingsreizen in noord amerika
James Cook: australië ontdekt en stille oceaan verkend

28
Q

Frankrijk concurrenten

A
  • Cartier = Noord- Amerika
29
Q

Nederlandse concurrenten

A

Barentz: noorden

30
Q

handelscompagnieën

A

=> vereniging handelaars die samen schepen kopen of huren
=> minder risico
V.O.C = verenigde Oost-indische Companie

31
Q

wat is Mare Liberum

A

Vrije zee
=idee van concurrenten
= zee vrij voor ontdekking

32
Q

wat is Mare Liberum

A

Vrije zee
=idee van concurrenten
= zee vrij voor ontdekking

33
Q

koloniseren

A

In bezit nemen van gebieden voor politiek en/of economisch voordeel

34
Q

moederland

A

kolonisator

35
Q

kolonie

A

gekoloniseerd land dat door een ander land bestuurd wordt en wordt ontdaan aan rijkdommen

36
Q

wat waren de verschillen tussen spanje en portugal

A

-portugal: handelsnederzettingen
=> beperken tot kusten afrika en azië
=> economisch voordeel

  • spanje
    => kolonies
    => grondstoffen plunderen en bveloking missioneren
    => en begin slavenhandel samen met portugal
37
Q

wat is het kern

A

centrum dat invloed uitoefent op een ander gebied

38
Q

periferie

A

gebied dat door de kern gedomineerd wordt

39
Q

biologische globalisering

A

verspreiden van eten rond hele wereld

40
Q

columbiaanse u itwisseling

A

uitwisseling van cultuur, economie en goederen

vaak naar amerika voor een beter leven

41
Q

europanisering

A

europeese cultuur verspreiden