H1 Kinematica Flashcards

1
Q

Wat is kinematica?

A

Beschrijving van de beweging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent dat beweging relatief is?

A

Beweging is afhankelijk van het gekozen referentiesysteem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn scalairen?

A

Grootheden die alleen een grootte hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn vectoren?

A

Grootte, richting en zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de notatie voor een vector?

A

AB of r.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de definitie van een plaatsvector?

A

Vector die de positie van een punt beschrijft ten opzichte van een oorsprong.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een verplaatsingsvector?

A

Vector die de verandering in positie van een object beschrijft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het verschil tussen verplaatsing en de baan?

A

Verplaatsing valt niet noodzakelijk samen met de baan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn componenten van een vector?

A

Projecties van de vector op de assen van een coördinatenstelsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het scalair product van twee vectoren?

A

a · b = abcos(φ) waarbij φ de hoek tussen de vectoren is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het vectorproduct van twee vectoren?

A

a × b = c, waar c een nieuwe vector is die loodrecht staat op het vlak van a en b.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is snelheid?

A

Tempo waarmee de plaats van een deeltje verandert in tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is gemiddelde snelheid?

A

v = Δr / Δt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de definitie van versnelling?

A

Tempo waarmee de snelheid van een deeltje/lichaam verandert in de tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de formule voor gemiddelde versnelling?

A

a = Δv / Δt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de dimensie van versnelling?

A

Lengte per tijd².

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de helling in een (x,t) grafiek?

A

De richtingscoëfficiënt die de snelheid v vertegenwoordigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een eenparige, rechtlijnige beweging?

A

Beweging met constante snelheid (a = 0).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een eenparige, versnelde rechtlijnige beweging?

A

Beweging met constante versnelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de formule voor de positie in een eenparige versnelde beweging?

A

x = x0 + v0t + (1/2)at².

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de relatie tussen snelheid en tijd in een eenparige versnelde beweging?

A

v = v0 + at.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de formule voor snelheid bij constante versnelling?

A

v = v0 + at

Hierin is v0 de beginsnelheid, a de versnelling en t de tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is de formule voor de positie bij constante versnelling?

A

x = x0 + v0t + 1/2at²

Hierin is x0 de beginpositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de waarde van de zwaartekrachtsversnelling g?

A

g = 9,81 m/s²

Dit is de versnelling veroorzaakt door de zwaartekracht op aarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat gebeurt er bij vrije val?

A

Het is een éénparig versnelde rechtlijnige beweging met g als versnelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is de formule voor de tijd die nodig is om de grond te bereiken tijdens vrije val?

A

t = √(2h/g)

Hierin is h de hoogte van de val.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is de formule voor de snelheid bij het bereiken van de grond tijdens vrije val?

A

v = √(2gh)

Hierin is h de hoogte van de val.

28
Q

Wat is de formule voor de maximale hoogte bij een verticale worp?

A

ymax = (v0²)/(2g)

Hierin is v0 de beginsnelheid.

29
Q

Wat zijn de kinematische vergelijkingen voor constante versnelling?

A
  • v = v0 + at
  • x = x0 + v0t + 1/2at²
  • v² = v0² + 2a(x - x0)

Deze vergelijkingen beschrijven de relatie tussen snelheid, positie, en versnelling.

30
Q

Wat is de formule voor de baanvergelijking van een projectiel?

A

y = x * tan(θ) - (g/(2v0²cos²(θ))) * x²

Hierin is θ de hoek van lancering.

31
Q

Wat zijn de componenten van de snelheid bij projectielbeweging?

A
  • vx = v0 * cos(θ)
  • vy = v0 * sin(θ) - gt

Hierin is g de versnelling door de zwaartekracht.

32
Q

Bij projectielbeweging, wat gebeurt er met de y-component van de snelheid op het hoogste punt?

33
Q

Wat is de formule voor de reikwijdte van een projectiel?

A

R = (v0² * sin(2θ))/g

Hierin is R de reikwijdte en θ de lanceringhoek.

34
Q

Wat zijn de kinematische vergelijkingen voor een object in tweedimensionale beweging?

A
  • vx = v0x + ax * t
  • vy = v0y + ay * t
  • x = x0 + v0x * t + 1/2 ax * t²
  • y = y0 + v0y * t + 1/2 ay * t²

Hierin zijn ax en ay de versnellingen in de x- en y-richting.

35
Q

Wat is de betekenis van de term ‘éénparig versnelde beweging’?

A

Een beweging waarbij de versnelling constant is.

36
Q

Wat is de definitie van ‘projectielbaan’?

A

De baan die een voorwerp volgt wanneer het in de lucht wordt geprojecteerd met een horizontale snelheidscomponent.

37
Q

Wat is de invloed van luchtweerstand op projectielbeweging?

A

Het vertraagt het voorwerp in de richting tegengesteld aan de bewegingsrichting.

38
Q

Wat is de formule voor de hoogte van een projectiel bij een bepaalde tijd t?

A

y = v0 * sin(θ) * t - (1/2)gt²

39
Q

Bij een verticale worp, wanneer wordt het hoogste punt bereikt?

A

Wanneer de verticale snelheid v = 0.

40
Q

Wat is de reikwijdte?

A

De reikwijdte is de afstand die het projectiel in de horizontale richting aflegt alvorens het op de grond terechtkomt.

41
Q

Hoe wordt de reikwijdte R berekend?

A

R = (v_0 * cos(θ_0)) * t

42
Q

Wanneer is de reikwijdte maximaal?

A

De reikwijdte is maximaal als θ = 45°.

43
Q

Wat is de formule voor de reikwijdte in termen van snelheid en hoek?

A

R = (v² * sin(2θ)) / g

44
Q

Wat is de snelheid waarmee een voetbal moet worden uitgetrapt om 50 m verder te komen met een uittraphoek van 45°?

A

v ≈ 22.14 m/s of 80 km/h

45
Q

Wat is een eenparige cirkelvormige beweging?

A

Een eenparige cirkelvormige beweging is een beweging waarbij een punt met constante omloopsnelheid een cirkelbaan beschrijft.

46
Q

Wat is de definitie van hoeksnelheid ω?

A

De hoeksnelheid is de afgeleide van de angulaire positie naar de tijd.

47
Q

Hoe wordt de gemiddelde hoeksnelheid <ω> berekend?</ω>

A

<ω> = Δθ / Δt
</ω>

48
Q

Wat is de relatie tussen hoeksnelheid, periode en frequentie?

A

ω = 2π / T en f = 1 / T

49
Q

Wat is de formule voor lineaire snelheid v in een cirkel?

A

v = 2πr / T

50
Q

Wat is centripetale versnelling?

A

Centripetale versnelling is de versnelling die een object nodig heeft om in een cirkelvormige baan te blijven.

51
Q

Wat is de richting van de centripetale versnelling a?

A

a is gericht naar het centrum van de cirkel.

52
Q

Wat is de relatie tussen lineaire snelheid v en hoeksnelheid ω?

53
Q

Wat is de definitie van een star lichaam?

A

Een star lichaam is een lichaam waarvan de afstand van elk willekeurig puntenpaar onveranderlijk is.

54
Q

Wat is de formule voor de ogenblikkelijke versnelling α?

A

α = dω/dt

55
Q

Wat zijn de componenten van versnelling a van een punt P op een draaiend lichaam?

A

a = a_R (centripetale) + a_T (tangentiële)

56
Q

Wat is de formule voor tangentiële versnelling a_T?

57
Q

Wat is de formule voor centripetale versnelling a_R?

A

a_R = ω²r

58
Q

Wat is de eenheid van frequentie f?

A

Hertz (Hz)

59
Q

Wat is de eenheid van periode T?

A

Seconde (s)

60
Q

Wat is de relatie tussen hoek θ en tijd t in een cirkelbeweging?

61
Q

Wat is de formule voor de afgelegde weg s langs de cirkelbaan?

A

s = rθ met θ in radialen

62
Q

Wat is de formule voor de grootte van de lineaire snelheid v?

A

v = ds/dt = r dθ/dt = ωr

63
Q

Wat is de betekenis van een hodograaf?

A

Een hodograaf is een grafische representatie van de snelheid van een object tijdens zijn beweging.

64
Q

Wat beschrijft de hoeksnelheid ω in een star lichaam?

A

De hoeksnelheid ω is gelijk voor alle punten van het star lichaam.

65
Q

Wat zijn de eigenschappen van een eenparige cirkelvormige beweging?

A

Constante snelheid, constante hoeksnelheid, veranderende richting.