H1: Hele Getallen Flashcards
Hoeveelheidsgetallen
Gaat om de hoeveelheid of kardinale functie
Telgetallen
Gaat om de volgorde of ordinale functie, getallen waarbij je telt
Meetgetallen
Resultaten van een meting
Naamgetallen
Zijn getallen die als het ware een naam aangeven
Rekengetallen
Abstracte getallen om mee te rekenen
Akoestisch tellen
Het ritmisch opzeggen van de telrij zonder besef van wat de telwoorden betekenen
Synchroon tellen
Het een voor een de getallen in volgorde opzeggen en tegelijkertijd in hetzelfde tempo objecten aanwijzen
Resultatief tellen
Tellen waarbij het laatste getal bij tellen van een aantal objecten de hoeveelheid aanduidt
Verkort tellen
Het tellen waarbij niet alle voorwerpen meer een voor een geteld worden
Bundelen
Het maken van groepjes om in grotere hoeveelheden te tellen
Positiewaarde/Plaatswaarde
De plaats waar het cijfer staat is bepalend voor de waarde van het cijfer
Positioneel getalsysteem
Een getalsysteem waarbij de positie waarop het cijfer staat bepalend is voor de waarde die het cijfer heeft
Optel situaties
Hoeveelheden worden samengevoegd of sprongen vooruit gemaakt
Aftrek situatie
Verschil bepalen, eraf halen of aanvullen van aantallen
Vermenigvuldig situaties
Herhaald optellen van dezelfde hoeveelheid, het maken van gelijke sprongen of van een rechthoekstructuur