H1 - Hablar de la duracion Flashcards
1
Q
Sinds hoe lang…
A
Cuánto (tiempo) hace que…
2
Q
Sind 2 jaar
A
Hace dos anos
3
Q
Heb je lang…
A
Hace mucho que…
4
Q
Sinds wanneer…
A
Desde cuándo…
5
Q
Sinds (moment)
A
Desde…
6
Q
Sinds (tijd geleden)
A
Desde hace…
7
Q
Ik vind het moeilijk om…
A
Me cuesta…
8
Q
Jij vindt het moeilijk om…
A
Te cuesta…
9
Q
Zij vindt het moeilijk om…
A
Le cuesta…
10
Q
Wij vinden het moeilijk om…
A
Nos cuestan…
11
Q
Jullie vinden het moeilijk om…
A
Vos cuestan…
12
Q
Zij vinden het moeilijk om…
A
Les cuestan…
13
Q
Voor mij is het moeilijk om…
A
A mí me cuestan…
14
Q
Het moeilijkste is…
A
Lo más difícil es…
15
Q
Het is moeilijk om…
A
Es muy difícil (hele ww) …