H1 - gegevensopslag Flashcards
Bit
Bit = binary digit Bits worden in informatica gebruikt om gegevens op te slaan als reeksen nullen en enen. Deze bits hoeven niet perse een numerieke waarde te hebben, maar zijn symbolen die meerdere gegevens kunnen voorstellen. Om een bit op te slaan, heb je een apparaat nodig dat 2 standen heeft (o en 1). Het vertalen van gegevens naar bitpatronen gebeurt deels op basis van conventies of standaarden (vb. de ASCII code), en deels op basis van berekeningen
ASCII Code
= American Standard Code for Information Interchange. Amerikaanse standaard voor het voorstellen van gevens, max 8 tekens met 128 posities.
Booleaanse algebra
wiskundige theorie op basis van Booleaanse waarden (0 of 1, waar of onwaar, true en false etc)
Booleaanse operatoren
AND = conjunctie: alle twee moeten waar (1) zijn OR = disjunctie: een of beide moeten waar (1) zijn XOR = exclusieve disjunctie: slechts één mag waar (1) zijn NOT = complement: omgekeerda van input
gate
een apparaat dat de uitvoer van een Boolean bewerking produceert op basis van de invoerwaarden. In de huidige computers zijn gates kleine elektronische schakelingen waarin de nullenen enen door elektrische spanningsniveaus worden voorgesteld
flip flop
een digitale elektronische schakeling voor het opslaan van één bit, er zijn 2 invoerlijnen en 1 uitvoorlijn. een flip flop is gebouwd met gates.
Er is een boven en onder invoerlijn:
- beide 0 -> uitvoerlijn verandert niet
- bovenste 1 -> uitvoerlijn wordt 1
- onderste 1 -> uitvoerlijn wordt 0
de bit van de flip flop kan dus veranderd worden door deze pulsen.
puls
zorgt voor een tijdelijke verandering van de waarde van de invoerlijn naar 1, om daarna terug naar 0 te veranderen
VLSI
= very large scale integration, Integratie van miljoenen flip-flops samen met besturingsschakelingen op een chip.
hexadecimale notatie
een manier om streams te vereenvoudigen door 16 getallen te gebruiken; 1 tom 9 en A tem F waarbij A = 10
streams
lange reeken van bits
dotted decimal notatie
elke byte in het patroonwordt gerepresenteerd door zijn decimale equivalent en van elkaar gescheiden door punten
byte
8 bits
NOR
uitvoer van OR-gate wordt doorgegeven aan een NOT-gate. NOR- gate heeftalleen als uitvoer de waarde 1 indien beide invoerwaarden 0 zijn
NAND
uitvoer van AND –gate wordt doorgegeven aan NOT-gate. Deze heeft alleenals uitvoer de waarde 0 indien beide invoerwaarden 1 zijn
werkgegeugen
alle schakelingen op een computer die elk één bit bevatten
cel
groep van 8 schakelingen die elk één bit kunnen bevatten
structuur werkgegeugen
we bekijken de bits alsof ze achter elkaar gerangschikt zijn. Hierdoor krijgen we een high-order links en een low-order rechts. Het laatste bit aan het high –order uiteinde (high-order bit) (meest links) is de meestsignificante, omdat het wanneer geïnterpreteerd als getalook het meest significante cijfer zou zijn. Op dezelfdemanier is het laatste low-order bit de minst significante bit
gegeugenadres
een unieke naam die elke cel krijgt omverschillende cellen in het werkgeheugen van mekaar tescheiden. Deze adressen bestaan uitsluitend uit cijfers. alle cellen liggen op volgorde van adres biggend met cel 0
voordelen werking gegeugenadres
- alle cellen hebben een unieke naam
- je kan cellen aanduiden met ‘vorige’ en volgende’
- het is mogelijk om bitpatronen op te slaan die anders te lang zouden zijn
- schakelingen die bits bevatten worden gecombineerd met schakelingen die de waarde van die bits kunnen veranderen of aflezen. Zo kan je gegevens invoeren en ophalen
- je kan ze onafhankelijk van elkaar benaderen (at random)
RAM
synoniem voor werkgegeugen = random access memory
DRAM
= dynamic random access memory