H1-Denkstap 3&4 Flashcards

1
Q

Wat is een mythologie?

A

een verhaal over goden en natuurfenomenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de oorzaak van een mythologie?

A

intenties en handelen van Goden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Is een mythologie voorspelbaar of onvoorspelbaar? + waarom?

A

Onvoorspelbaar, omdat het af hangt van de intenties van de goden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een natuurfilosofie?

A

Een verhaal over abstracte oorzaken die noodzakelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de oorzaak van een natuurfilosofie?

A

Natuurlijke processen en wetmatigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is een natuurfilosofie voorspelbaar of onvoorspelbaar? + waarom?

A

voorspelbaar, omdat het gebaseerd is op de werking van de natuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hangt een mythologie af van rituelen?

A

Ja, van een rituele context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hangt een natuurfilosofie af van rituelen?

A

Nee, het is losgekoppeld van rituelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is logo?

A

redeneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was de oerstof van Thales?

A

Water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was Thales zijn visie?

A

alle dingen zijn afgeleid van water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was water volgens Thales?

A

een concreet element

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar legde Thales weinig nadruk op?

A

Verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was de oerstof van Anaximander?

A

Apeiron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was de visie van Anaximander?

A

Alle elementen zijn afgeleid van een onbepaalde bron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat was apeiron volgens Anaximander?

A

een abstract element

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar legde Anaximander veel nadruk op?

A

Verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat was de visie van Pythagoras?

A

Alles is te verklaren uit getallen

19
Q

Wat was de bijnaam van Heraclitus?

A

de duistere

20
Q

Waarom werd Heraclitus ‘de duistere’ genoemt?

A

Omdat hij filosofie opzettelijk moeilijk maakte en een kritische kijk op alles had

21
Q

Wat is de oerstof van Pythagoras?

22
Q

Wat is de oerstof van Heraclitus?

23
Q

Was Thales zijn visie formeel en/of materieel?

24
Q

Was Anaximander zijn visie formeel en/of materieel?

25
Q

Was Pythagoras zijn visie formeel en/of materieel?

26
Q

Was Heraclitus zijn visie formeel en/of materieel?

A

Formeel en Materieel

27
Q

Wat betekent het als je een formele visie hebt?

A

Je visie vertrekt vanuit een oerstof

28
Q

Wat betekent het als je een materiele visie hebt?

A

Je visie vertrekt uit de werking van iets

29
Q

Wat bedoelde Heraclitus met de wereld wordt?

A

Als er 2 tegengestelde zijn dan ontstaat er iets nieuws

30
Q

Geef een voorbeeld van wat Heraclitus bedoelde met de wereld wordt?

A

Tegengestelde: de verschillende ideologieën (dictatuur - democratie) en iets nieuws dat ontstond: de Verenigde Naties

31
Q

Wat bedoelde Heraclitus met “Je kunt niet 2 keer door dezelfde rivier wandelen?”

A

De wereld is voortdurend in beweging. Alles verandert zoals de rivier (het zelfde water stroomt er niet weer door) en de persoon die erdoor loopt.

32
Q

Wat dacht Thales over Puur denken?

A

Dat je eerst moet waarnemen en daarna moet denken

33
Q

Wat dacht Parmenides over Puur denken?

A

Je moet volledig vertrouwen op de rede want je zintuigen kunnen je bedriegen

34
Q

Wat is Ontologie?

A

Zijnsleer, de studie van zijden

35
Q

Wat is een ‘zijnde’?

A

Alles wat is, het ‘niets’ kan niet bestaan of gedacht worden

36
Q

Wat bedoelde Heraclitus met “oorlog is de vader van alles”?

A

conflict en strijd nodig zijn voor verandering en vernieuwing

37
Q

Wat bedoelde Parmenides met “Het zijnde is, en het niet-zijnde is niet”?

A

Alles wat is, het ‘niets’ kan niet zijn of gedacht worden

38
Q

Wat bedoelde Parmenides met “Het zijnde kan niet ontstaan”?

A

Het zijnde is of het is niet

39
Q

Wat bedoelde Parmenides met “Het zijnde is eeuwig en onvergankelijk”?

A

Wat is blijft altijd bestaan

40
Q

Wat bedoelde Parmenides met “ Het zijnde is volmaakt”?

41
Q

Wat bedoelde Parmenides met “ Het zijnde is een bol”?

A

Als het volmaakt is, is het een bol

42
Q

Wie was Zeno?

A

een leerling van Parmenides

43
Q

Wat is een paradox?

A

tegenstrijdige uitkomsten die beide het gevolg zijn van een goede redenering