H1 - Dat is een koopje! Flashcards
afrekenen (v)
to pay
Kan ik afrekenen?
Can I pay?
Hebt u terug van 50 euros?
Do you have changes for 50 euros?
Nee sorry, ik kan wel pinnen.
No sorry, I can only pay by PIN.
Ik wil graag pinnen.
Kan ik pinnen?
Can I pay by PIN?
Kan ik contactloos betalen?
Can I pay contactless?
Ik kan ook contant betalen.
Ik heb het ook contant.
I can also pay by cash.
Dat lukt wel. Ik heb genoeg kleingeld.
Dat lukt niet. Ik heb geen contant geld.
That will work. I have enough small changes.
That won’t work. I don’t have any cash.
Hebt u het ook kleiner?
Do you have smaller changes?
Gaat uw gang / Ga je gang.
Go ahead.
U kunt ook contant betalen
You can also pay by cash.
U kunt uw pas insteken en uw pincode intoetsen.
You can insert your pass and enter your pincode.
U kunt uw pas vlak bij het apparaat houden.
You can keep you pass close to the device.
Hebt u het gepast?
Hij betaalt met gepast geld.
Do you have the exact change?
He paid with the exact amount (so no changes needed).
Dat klopt precies.
That’s exactly right (the right amount / no changes needed).