H1 codificatie Flashcards

1
Q

Ius ex scripto

Ius ex non scripto

A

Geschreven recht

Ongeschreven recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kenmerken codificatie

A

Overheid, schrift en exclusieve gelding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Authentieke interpretatie

A

Macht wetgever beperkt, maar gaven toch gezaghebbende uitleg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Refere Legislatif

A

Uitleg aan keizer vragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Doelen codificatie

A

Rechtszekerheid, economisch en politiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Exclusiviteitsclausule

A

Men die tekst leest, bepaald wat die leest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

soorten interpretatie methodes

A

Grammaticaal, wetshistorisch, rechtshistorisch, systematisch, analogie en teleologische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Statute

A

Wet gegeven voor een concreet onderdeel van het recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Stare decisis- regel

A

verplicht houden aan eerdere uitspraken (precedenten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nadeel interpretatie

A

Rechter kan wettekst uitleggen naar politieke overtuiging van zijn tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rousseau

A

Volkssoevereiniteit: volk bepaald zelf regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Volonte generale

A

Algemene wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Montesquieu

A

Machtscheiden in wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Jeremy Bentham

A

Eerste die de term codificatie gebruikte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly