h1 begrippen para 1 t/m 4 Flashcards

1
Q

graniet

A

stollingsgesteente dat gekenmerkt wordt door vlekjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

heuvelland

A

gebied met een hoogte tussen 200 en 500 meter of meer boven zeeniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hooggebergte

A

gebied met een hoogte van 1500 meter of meer boven zeeniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

laagland

A

vlak gebied met een hoogte onder de 200 meter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

stollingsgesteente

A

gesteente dat ontstaat wanneer vloeibaar magma stolt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

middelgebergte

A

gebied met een hoogte tussen 500 en 1500 meter of meer boven zeeniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

sedimentgesteente

A

gesteente dat ontstaat wanneer lagen sediment worden samengeperst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

chemische verwering

A

verwering waarbij de samenstelling van het gesteente verandert als gevolg van de werking door zuurstof en vocht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zandsteen

A

sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperst zand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kalksteen

A

gesteente dat ontstaat door het samenpersen van kalkhoudende resten van zeedieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

mechanische verwering

A

verwering waarbij gesteente verbrokkelt, bijvoorbeeld door werking van planten en bomen, zonder dat de samenstelling veranderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

reliëf

A

hoogteverschillen in het landschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verwering

A

het verbrokkelen van gesteente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vorstverwering

A

verwering waarbij gesteente breekt doordat water in de spleten van het gesteente bevriest en weer ontdooit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bovenloop

A

het begin van de rivier, oftewel het bovenste deel dat meestal in de bergen stroomt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

erosie

A

de uitschurende werking van stromend water, wind of ijs

15
Q

klei

A

microscopisch kleine korreltjes die ontstaan als gevolg van verwering

16
Q

puinhelling

A

helling die bestaat uit verbrokkelt gesteente

17
Q

zand

A

de kleine korreltjes gesteente die nog met het blote oog te zien zijn en ontstaan door verwering

17
Q

massabeweging

A

het langs een helling naar beneden bewegen van gesteente onder invloed van zwaartekracht

18
Q

benedenloop

A

het laagste deel van de rivier, net voordat het water de zee instroomt

19
Q

delta

A

nieuw land in zee dat ontstaat door sedimentatie op de plek waar een rivier in de zee uitmond

19
Q

duin

A

door wind opgewaaide zandheuvel

20
Q

laagvlakte

A

vlak gebied met een hoogteligging onder de 500 meter

20
Q

estuarium

A

trechtervormige riviermonding ontstaan als gevolg van een sterke getijdenwerking

21
Q

middenloop

A

het middelste deel van de rivier(tussen de bovenloop en benedenloop)

22
Q

schalie

A

sedimentgesteente dat ontstaat uit samengeperste klei

23
Q

sedimentatie

A

het blijven liggen van verbrokkelt gesteente

24
Q

strand

A

de grens tussen land en water waar zand zich ophoopt

25
Q

zandbank

A

ondiepe plaats in zee