H1 Begrippen Flashcards

1
Q

synthetische elementen

A

elementen die niet in de natuur voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

isotopen

A

atomen met hetzelfde atoomnummer, maar een ander massagetal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

atoomnummer

A

getal dat hoort bij een atoom en dat overeenkomt met het aantal protonen in de atoomkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

relatieve molecuulmassa Mr

A

gelijk aan de som van de relatieve atoommassa’s van de atomen waaruit het molecuul is opgebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

atomaire massa-eenheid u

A

massa-eenheid waarin de massa van atomen wordt uitgedrukt; gedefinieerd als 1 / 12 van de massa van een C-12 atoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

aardalkalimetalen

A

metalen uit groep 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

massagetal

A

som van aantal protonen en neutronen in de atoomkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

meetwaarde

A

een waarde van een grootheid die wordt bepaald met behulp van een experiment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

neutronen

A

ongeladen deeltjes in de atoomkern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wetenschappelijke notatie

A

methode waarop een heel groot of een heel klein getal verkort wordt weergegeven met behulp van een tiende macht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

molverhouding

A

is gelijk aan de molecuulverhouding uit een reactievergelijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

eenheid

A

een grootheid wordt uitgedrukt in een eenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

edelgasconfiguratie

A

elektronenconfiguratie van edelgassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

parts per million (ppm)

A

methode om een gedeelte van een totaal weer te geven, waarbij het totaal overeenkomt met 10^6 ppm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

elektronenschillen

A

vaste banen om de atoomkern waarin elektronen zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

telwaarde

A

een natuurlijk geheel getal

17
Q

halogenen

A

elementen uit groep 17

18
Q

elektronenconfiguratie

A

verdeling van elektronen over de schillen

19
Q

chemische hoeveelheid (hoeveelheid stof n)

A

grootheid waarin het aantal atomen en moleculen wordt uitgedrukt

20
Q

alkalimetalen

A

metalen uit groep 1

21
Q

edelgassen

A

elementen uit groep 18 uit het periodiek systeem der elementen

22
Q

ondermaat

A

beginstof die als eerste op is bij een reactie

23
Q

hoeveelheid stof n (chemische hoeveelheid)

A

grootheid waarin het aantal atomen en moleculen wordt uitgedrukt

24
Q

elektronen

A

negatief geladen deeltjes die in banen in de elektronenwolk om de atoomkern bewegen

25
Q

grootheid

A

variabele die meetbaar is

26
Q

metalen

A

grootste groep van elementen uit het periodiek systeem: op kwik na zijn alle metalen vast bij kamertemperatuur

27
Q

molaire massa M

A

massa van 1 mol van een stof

28
Q

niet-metalen

A

groep elementen uit het periodiek systeem, vaak gasvormig bij kamertemperatuur; ze staan, op waterstof na, rechts in het periodiek systeem

29
Q

overmaat

A

beginstof die overblijft na de reactie

30
Q

valentie-elektronen

A

aantal elektronen in de buitenste schil, die de eigenschappen van een atoomsoort bepalen, zoals de reactiviteit

31
Q

mol

A

eenheid waarin de hoeveelheid stof wordt uitgesdrukt

32
Q

dichtheid p

A

massa per volume stof

33
Q

constante van Avogadro Na

A

het getal 6,02 x 10^23 geeft het aantal deeltjes in mol weer

34
Q

percentage

A

methode om een gedeelte van een totaal weer te geven, waarbij het totaal overeenkomst met 100%

35
Q

relatieve atoommassa A

A

gewogen gemiddelde van atoommassa’s van de verschillende isotopen van een atoomsoort

36
Q

perioden

A

volgorde van elementen in het periodiek systeem der elementen met toenemend atoomnummer van links naar rechts, met andere woorden: een rij; deze komt overeen met een elektronenschil

37
Q

groepen

A

volgorde van elementen in het periodiek systeem der elementen met vergelijkbare eigenschappen van boven naar beneden, met andere woorden: een kolom

38
Q

parts per billion (ppb)

A

methode om een gedeelte van een totaal weer te geven, waarbij het totaal overeenkomt met 10^9 ppb

39
Q

protonen

A

positief geladen deeltjes in de atoomkern