H1 Begrippen

Question 1

Lithosfeer

Answer 1

Vaste aardkorst

Question 2

Aardmantel

Answer 2

Deel van de aarde tussen de buitenkern en de aardkorst magma is hier plastisch

Question 3

Aardkern

Answer 3

De kern van de aardkost bestaat uit graniet, continentale korst is vaak heel dik (40-80km)

Question 4

Oceanische korst

Answer 4

Deel van de aardkorst bestaand uit basalt, is dun (10km)

Question 5

Platentektoniek

Answer 5

Het bewegen van aardplaten ten opzichte van elkaar aangedreven door hitte uit de kern

Question 6

Basalt

Answer 6

Een stollingsgesteente dat ontstaat bij vulkaan uitbarstingen en waar oceanische korst uit bestaat.

Question 7

Stratovulkaan

Answer 7

Een kegelvormige berg met een explosief eruptietype.

Question 8

Caldera

Answer 8

Een voormalig stratovulkaan met meerde kraters gevormd door eerdere (hevige) erupties

Question 9

Schildvulkaan

Answer 9

Een berg met een flauwe helling met een effusief eruptietype

Question 10

Lava

Answer 10

Vloeibaar gesteente buiten de aarde

Question 11

Magma

Answer 11

Vloeibaar gesteente binnen de aarde

Question 12

Trog

Answer 12

Een diepte in de zee net voor de kust

Question 13

Mid-oceanische rug

Answer 13

Een lage bergketen op de bodem van de oceaan waar platen divergeren. De vorm ontstaat door vulkanisme op de bodem van de oceaan.

Question 14

Schaal van richter

Answer 14

Een schaal om de kracht van aardbevingen uit de drukken in magnitude.

Question 15

Tsunami

Answer 15

Een hele hoge golf die ontstaat op zee door een zeebeving. De tsunami wordt pas in de kustgebieden echt hoog.

Question 16

Hotspot

Answer 16

Een magmapluim van de kern naar de aardkorst. De pluim zelf beweegt niet, de aardkorst wel. Hier ontstaat altijd vulkanisme.

Question 17

Sedimentgesteente

Answer 17

Gesteente dat ontstaat uit sediment zoals zand, klei of kalk. Onder hoge druk en miljoenen jaren komt sediment in verandering tot gesteente

Question 18

Stollingsgesteente

Answer 18

Vulkanisch gesteente dat ontstaat bij vulkanische activiteit in de aardkorst en bij erupties

Question 19

Metamorfgesteente

Answer 19

Gesteente dat nogmaals onder hevige druk en of contactmetamorfose met magma verandert in metamorfgesteente

Question 20

Basin

Answer 20

Een kager gekegen gebied dat sedimentatiemateriaal opvangt. In een basin kan zich makkelijk sedimentgesteente vormen

Question 21

Superpositie

Answer 21

Het principe dat het oudste materiaal onder ligt en het jongere materiaal daar boven.

Question 22

Plooing

Answer 22

Gesteente lagen die door convergentie of compressie worden kromgebogen