H1: Background to the Study of Psychology Flashcards
Associatie door contiguïteit
Aristoteles ‘principe dat als twee omgevingsgebeurtenissen (stimuli) tegelijkertijd of de ene direct na de andere (aaneengesloten) plaatsvinden, die gebeurtenissen in de geest met elkaar zullen worden verbonden.
Level of analysis
Het type (‘niveau’) van het causale proces waarnaar wordt verwezen bij het verklaren van een bepaald fenomeen. In de psychologie kan een bepaald type gedrag worden verklaard op neuraal, fysiologisch, genetisch, evolutionair, lerend, cognitief, sociaal, cultureel of ontwikkelingsniveau van analyse.
Gedrag - Behaviour
De waarneembare handelingen van een individuele persoon of dier.
Gedragsgenetica - behavioral genetics
Onderzoeksspecialiteit die probeert psychologische verschillen tussen individuen te verklaren in termen van verschillen in hun genen.
Gedragsneurowetenschappen - behavioral neuroscience
Onderzoeksspecialiteit die gedrag probeert te verklaren in termen van processen die plaatsvinden in het zenuwstelsel. Meer specifiek onderzoek met invasieve technieken (bijvoorbeeld eencellige opnames) met niet-menselijke dieren
Biopsychologie
De tak van de psychologie die de manieren bestudeert waarop hormonen en medicijnen inwerken op de hersenen om gedrag en ervaring te veranderen, zowel bij mensen als bij niet-menselijke dieren
Cognitieve neurowetenschap
Onderzoeksspecialiteit die probeert cognitie te verklaren in termen van processen die plaatsvinden in het zenuwstelsel met behulp van niet-invasieve technieken bij mensen
Cognitieve psychologie
Onderzoeksspecialiteit die probeert gedrag of mentale ervaringen te verklaren in termen van de cognities (items van mentale informatie of kennis) die ten grondslag liggen aan het gedrag of de ervaring
Culturele psychologie
Onderzoeksspecialiteit die mentale ervaringen en gedrag probeert te verklaren in termen van de cultuur waarin de persoon zich heeft ontwikkeld.
Ontwikkelingspsychologie
De tak van de psychologie die veranderingen in de capaciteiten en gedragsstijlen van mensen naarmate ze ouder worden in kaart brengt en probeert de factoren te begrijpen die deze veranderingen veroorzaken of beïnvloeden.
Dualisme
Wie?
Contrast?
Rene Descartes.
De filosofische theorie stelt dat twee verschillende systemen - het materiële LICHAAM en de immateriële ZIEL- betrokken zijn bij de beheersing van gedrag. Contrast = materialisme.
Empirisme
Wie?
Contrast?
John Locke.
Het idee dat alle menselijke kennis en gedachten uiteindelijk voortkomen uit ZINTUIGELIJKE ervaring; de filosofische benadering van het begrijpen van de geest die op dat idee is gebaseerd. Contrast = Nativisme
Evolutionaire psychologie
Onderzoeksspecialiteit die probeert uit te leggen hoe of waarom specifieke gedragskenmerken tot stand zouden zijn gekomen door natuurlijke selectie in de loop van de evolutie.
Leerpsychologie
Het psychologische specialisme dat zich het meest direct en uitsluitend bezighoudt met het verklaren van gedrag in termen van leren
Materialisme
Wie?
Contrast?
Thomas Hobbes ‘theorie stelt dat er niets anders bestaat dan materie en energie. Contrast = Dualisme