H1/2 Flashcards
Ik wil met een meisje van mijn leeftijd schrijven
je voudrais correspondre avec une fille de mon âge
Mijn correspondentvriend heeft kort haar
mon correspondant a les cheveux courts
Haar lievelingshobby is kletsen mett haar vriendinnen
son passe-temps favori est bavarder avec ses amies
Hij zit in de vierde klas
il est en seconde
Zij is blijven zitten in de derde klas
elle a redoublé la troisième
Schrijf me zo snel mogelijk
écris-moi le plus vite possible
Vergeet niet een foto te sturen
n’oublie pas d’envoyer une photo
Herken je me niet?
tu ne me reconnais pas
Het is leuk om je veer te zien
c’est bien de te revoir
Geef mij je mobiele nummer
Donnez-moi le numéro de ton portable
Hij gaat een tafel reserveren
il va réserver une table
Het restaurant is geopend van 12.00 tot 23.00 ‘s avonds
Le resaurant est ouvert de midi à 23.00 du soir
In welke klas zit je
Tu es en quelle classe
Heb je zin in een ijsje
U as envie d’une glace
Ik ga met mijn vrienden op vakantie
Je pars en vacacnes avec mes amis
Het gaat om een vrouw van 25 jaar
il s’agit d’une femme de vingt-cinq ans
Ze is ongeveer 1 meter 75 lang
Elle mesure environ une metre soixante-quinze
Ze heeft grijs(wit) kort haar
Elle a les cheveux bancs courts
De man is erg mager en vrij kaal
l’homme est très maigre et assez chauve
De buren hebben lawaai gehoord
Les voisins ont entendu du bruit
Hij droeg ook een donkerblauw jack en witte sportschoenen
Il portait aussi un blouson blue marine et des chaussures de sport blanches
Het is zondagnacht gebeurd
ça s’est passé dans le nuit de dimanche
Hij was helemaal in het zwart gekleed
il était habillé complètement en noir
Ik wil graag aangifte van diefstal doen
Je voudrais faire une déclaration de vol
Kunt u uw achternaam spellen
Vous pouvez épeler votre nom de famille?
Wat is er gebeurd
Qu’est-ce qui s’est passé?
Iemand heeft mijn mobieltje gestolen
Quelqu’un a volé mon téléphone portable
Ik kan mijn paspoort niet vinden
Je n’arrive pas à trouver mon passeport
In mijn portemonnee zat geld en een treinkaartje
Dans mon porte-monnaie il y avait de l’argent et un billet de train
Hij is van rood leer, vierkant met een ritssluiting, van het merk…
Il est en cuir rouge, de forme carré avec une fermeture éclair, de la marque…
Ik heb de zakkenroller niet gezien
Je n’ai pas vu le pickpocket