H1

Question 1

Peer-to-peer network

Answer 1

Elke computer is direct met elkaar verbonden. Computers gedragen zich als client en server

Question 2

Client-Server networks

Answer 2

Er is een centrale server aanwezig die communicatie met de clients mogelijk maakt.

Question 3

Components in a network

Answer 3

Devices:
- End-devices: devices die dirrect met de user in constact zijn
- Intermediary devices: devices die nodig zijn om een netwerk op te stellen

Media: koper, fiber, draadloos

Server

Question 4

LAN

Answer 4

Local Area Network
netwerkstructuur die toegang biedt aan users en end-devices in een kleine omgeving

Question 5

WAN

Answer 5

Wide Area Network
netwerkstructuur die biedt naar andere netwerken over een grotere area

Question 6

Circuit switched network

Answer 6

Tijdelijke, directe en fysieke verbinding.
- vaste branbreedte
- data komt aan op volgorde

Question 7

Packet switched network

Answer 7

data wordt opgedeeld in packets
- verloren packets kunnen opnieuw verzonden worden
- geen data, geen bandbreedte
- packets kunnen aankomen in een andere volgorde en ander moment

Question 8

Netwerk biedt:

Answer 8

• Fault tolerance: storingen beperken en herstellen
  alternatieve paden voor wanneer een device of link faalt
• Scalabilty: snel uitbreiden om nieuwe users te ondersteunen