H1 Flashcards
aardbeving
trillingen van de aarde door het plotseling verschuiven van stukken van de aardkorst kf van de eronder liggende mantsl
aardkorst
de stijve, harde buitenkant van de aarde
actualiteitsprincipe
het principe dat ervan uit gaat dat natuurwetten in het verleden en het heden hetzelfde zijn
asthenosfeer
het bovenste deel van de mantel tussen de ondermantel en lithosfeer
basalt
stollingsgesteente dst ontstaat door snelle afkoeling van lave bij een vulkaanuitbarsting, waardoor kleine kristallen ontstaan
bekken
lagere delen jn de aardplaten die door de verschillende rek- en duwkrachten in de platen als geheel langzaam naar beneden bewegen if een laagte vormen
caldera
Zeer grote vulkaankrater die is ontstaan door het instorten van het dak van een leeggelopen magmakamer
compressie
verschijnsel dat optreedt als een aardplaat ineen wordt geperst of als twee aardplaten op elkaar worden geperst onder invloed van platentektoniek
convectiestroom
bewegend heet magma in de mantel van de aarde
convergente plaatgrens
grens tussen twee platen die naar elkaar toe bewegen
convergentie
naar elkaar toe bewegen van platen
divergente plaatgrens
grens tussen twee platen die van elkaar af bewegen
divergentie
het van elkaar af bewegen van platen
effusieve eruptie
rustige vulkaanuitbarsting
epicentrum
plaats aan het aardoppervlak loodrecht boven het hypocentrum