h1 Flashcards
transmissie
het overbrengen van een geëncodeerde boodschap van de communicator naar de ontvanger
kanaal
materiële of fysieke drager van een boodschap
-> verbindingsschakel twee actoren
signaal
fysieke grootheid die informatie overbrengt
medium
technische middel waarmee een communicatie-inhoud vermenigvuldigd en overgebracht kan worden, op een dusdanige wijze dat daardoor de beperkingen van ruimte en tijd overbrugd of gereduceerd kunnen worden.
ruis
een inherent onderdeel van elke communicatieproces en verwijst naar elke mogelijke vorm van interferentie bij de transmissie
-> of alles wat de helderheid van een boodschap verstoord
soorten ruizen
1 externe ruizen 2 interne ruizen - psychologische - semantische - mechanische/ technische
strategieën ontvanger om ruis te reduceren
1 opvullen van gaten & zelf toevoegen van details
2 boodschap assimileren & details wijzigen of volgorde aanpassen
3 boodschap inkorten of reduceren –> makkelijker te onthouden, reproduceren
(sommige dingen uitvergroten andere kleiner maken)
belangrijkste vervormingen bij communicatie
1 realiteitsreductie (negeren van bepaalde aspecten in combinatie met het feit dat niet alles kan worden weergegeven) 2 realiteitsversterking (bepaalde aspecten belangrijker geacht)
perceptie
manieren waarop we zintuigelijke informatie over de werkelijkheid verzamelen en verwerken om betekenis te geven aan deze werkelijkheid; zaken missen of juist te veel aandacht geven
niveaus van selectie
1 selectieve blootstelling - selectieve kennisneming - selectieve aandacht 2 selectieve waarneming 3 selectief onthouden 4 selectief aanvaarden
wanneer is het comproces geslaagd?
- effectiviteitscriterium
- intentionaliteitscriterium
- interactie
Model
bewust gesimplificeerde beschrijving in grafische vorm van een deel van de werkelijkheid.
-> geeft bel elementen van een structuur of proces weer, alsook de relatie tussen andere elementen of variabelen
functies model
1 organiserende functie
2 heuristische functie
3 instrument ter ondersteuning van het formuleren van hypothesen
communicatiemodellen 7
1 Laswell 2Shannon en Weaver 3 Balansmodel of ABX-model van Newcomb 4 Schramm 5 Gerbner 6 Jakobson 7 circulair comproces van Oomkes
Commodel van Laswell
- primair
- 3 aparte fasen: productie, inhoud en receptie
- vallen uit in 5 onderdelen
- wie?
- wat?
- in welk kanaal?
- aan: naar wie?
- met welk effect?
bespreking/ kritiek : - lineair en monocausaal
- communicator duidelijke intenties -> effect
- ontvanger hier geen actieve rol
- negeren feedbackprocessen
- geen aandacht aan mogelijke storingen