H1 Flashcards

1
Q

Aangeboren gedrag

A

Gedrag dat is ingebouwd bij de geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aangeleerd gedrag

A

Gedrag dat een dier door ervaring heeft geleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Antropomorfisme

A

Menselijke eigenschappen aan een dier toekennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Biotoop

A

Leefomgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Context

A

Situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diagram

A

Weergave van aantallen gedragingen van een dier in een schema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Drempelwaarde

A

Minimale intensiteit of heftigheid die prikkels moeten hebben voor er een reactie komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ervaringsgedrag

A

Gedrag dat een dier door ervaring heeft geleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ethogram

A

Lijst van gedragingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Erhologie

A

Gedragsleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Evolutie

A

Langzame verandering vqn eenvoudig naar ingewikkeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fysiologische motivatie

A

Prikkel van binnenuit die aanleiding geeft tot bepaald gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gedragselement

A

Handeling die een dier uitvoert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gedragsketen

A

Gedragselement die altijd in dezelfde volgorde worden uitgevoerd, waarbij het effect van het ene Gedragselement aanzet tot het volgende gedragselement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gedragsysteem

A

Een groep van samenhangende Gedragselementen die hetzelfde doel hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geschoold gedrag

A

Gedrag dat is aangeleerd van mens aan dier

17
Q

Getraind gedrag

A

Gedrag dat is aangeleerd van mens op dier

18
Q

Instinctief gedrag

A

Gedrag dat al is ingebouwd bij de geboorte

19
Q

Kindchen shema

A

Kenmerkende proporties van de kop van jonge individuen roepen bij volwassenen broedzorggedrag op

20
Q

Objectief

A

Neutraal zonder oordeel

21
Q

Observeren

A

Waarnemen

22
Q

Prikkel

A

Verandering die een directe aanleiding geeft voor het vertonen van bepaald gedrag

23
Q

Protocol

A

Lijst ban gedragingen die ontstaat als je opschrijft wat een dier doet

24
Q

Reactie

A

Activiteit die een dier laat zien na een prikkel

25
Q

Sleutelprikkel

A

Prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij ontstaan van gedrag

26
Q

Soortspecifiek

A

Uniek voor een diersoort

27
Q

Supranormale prikkel

A

Overdreven sleutelprikkel die sterker gedrag opwekt

28
Q

Sperren

A

Openen van de bek van een vogel om voedsel te vragen

29
Q

Territoriumgedrag

A

Gedrag ter verdediging van de soortgenoten

30
Q

Turflijst

A

Lijst van gedragingen, waarbij je elke keer een streepje zet

31
Q

Voortplantingsgedrag

A

Alle Gedragingen die te maken hebben met voortplanting