H0: Learning the Alphabet Flashcards
kant (lace)
تور
plezier / zoutig
شور
kracht
زور
mier
مور
blind
کور
brandend
سوز
licht
نور
lang
دور
pijl
تیر
appel
سیب
draad / zilver
سیم
voordat
پیش
twintig
بیست
het is er niet
نیست
halve
نیم
gemaakt van zilver
سیمین
onduidelijk
تار
machine
ماشین
vorig jaar
پارسال
werk
کار
slang
مار
jaar
سال
zon
افتاب
vrij
ازاد
heer
اقا
welvarend
اباد
water
اب
dat
ان
schade
ازار
zij (mv)
انها
hier
اینجا
Iran
ایران
they (mv)
ایشان
dit
این
stop
ایست
geloof
ایمان
voorzien in (to provide)
ایجاد
lucht / weer
هوا
alleen
تنها
acceptabel
روا
vader
بابا
op / hoog
بالا
kijken
تماشا
wie
کی
spel
بازی
vloerkleed
قالی
dienblad
سینی
theepot
قوری
wat
چی
taxi
تاکسی
kantoor
دفتر
nacht
شب
bijl
تبر
ik
من
alleen (only)
فقط
nieuws
خبر
koud
سرد
lijken op
مثل
rode kers
زرشک
hart
دل
winter
زمستان
hemel
سپهر
rood
قرمز
worm
کرم
ogen
چشم
vol
پر
kip
مرغ
kameel
شتر
handvol
مشت
groot
بزرگ
groot
درشت
ochtend
صبح
hij/zij zei
گفت
is
آست
‘frown’
آخم
wenkbrauw
آبرو
wolken
آبر
paard
آسب
oorsprong
آصل
atlantic
آطلس
examens
امتحان
dit jaar
امسال
aardigheid
احسان
mogelijkheid
امکان
naam
اسم
vanavond
امشب
contact
ارتباط
vandaag
امروز
bus
اتوبوس
patroon
الگو
hij/zij/het viel
افتاد
huis
خانه
fruit
میوه
kind
بچه
‘greenery’
سبزه
letter
نامه
gekookt
پخته
simpel
ساده
kleine tuin
باغچه
jij
تو
twee
دو
rijst
پلو
luister
بشنو
tak
مو
barley
جو
niet gaan!
نرو
worden (become)
شو
been/voet
پا
soep
سوپ
tegel
کاشی
boek
کتاب
spijker
میخ
zeep
صابون
God
ایزد
traan
آشک
papier
کاغذ
adelaar / arend
عقاب
morgen
فردا
bord
بشقاب
vuur
آتش
verplicht / noodzaak
واجب
zout
نمک
klein
کوچک
vlees
گوشت
koffie
قهوه
geel
زرد
meisje / dochter
دختر
ziekenhuis
بیمارستان
jullie
شما
doel
هدف
oom (broer van vader)
آمو
tante (zus van moeder)
خاله
jongen / zoon
پسر
oom (broer van moeder)
دایی
tante (zus van vader)
عممه
hoop
امید
kamp
اردو
kamer
اتاق
‘steady’
استوار