h0 Flashcards

1
Q

Antropomorfisme

A

het toekennen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke weze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Antropocentrisme

A

de opvatting waarbij de mens centraal staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Artificiële intelligentie

A

software die apparaten in staat stelt om zelfstandig te leren, beslissingen te nemen en problemen op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Argument

A

een uitspraak ter ondersteuning van een standpunt of een bewering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cyborg

A

fysieke samensmelting van mens en machine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Determinisme

A

de mens is niet vrij en wordt volledig bepaald (door de omgeving en/of door zijn genen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Dogma

A

religieuze stelling die onbetwistbaar is en zonder discussie dient aangenomen te worden (vaak in een godsdienst: God bestaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Drogredenering

A

een redenering die juist lijkt, maar niet geldig is en de wetten van de logica niet volgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Dualisme

A

de mens bestaat uit twee afzonderlijke entiteiten geest en lichaam en die werken op één of andere manier samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Levensbeschouwing

A

visie op het leven, al dan net gebaseerd op rationele inzichten of religieuze opvattingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Monotheïsme

A

geloof in het bestaan van één god

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Natuurfilosofie

A

discipline die een rationele verklaring zoekt voor het ontstaan van de werelden voor natuurverschijnselen (sinds de moderne tijd doen de natuurwetenschappen dat ook)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Magisch denken

A

Het magisch denken gelooft dat de wereld beheerst wordt door onzichtbare krachten of geesten die invloed uitoefenen op wat er gebeurt. Door rituelen uit te voeren proberen mensen die krachten of geesten gunstig te stemmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Monisme

A

de opvatting in de filosofie dat lichaam en geest één zijn, dus de mens is zowel zijn lichaam als zijn geest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Moreel

A

gebaseerd op je bewustzijn van goed en kwaad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mythe

A

een verhaal dat zich afspeelt in de beginperiode van de wereld. Z e verklaar het ontstaan van de wereld of geven een uitleg voor bepaalde natuurverschijnselen. Daarvoor doen ze en beroep op bovennatuurlijke krachten, zoals goden en halfgoden

17
Q

Polytheïsme

A

geloof in het bestaan van meerdere goden

18
Q

Rationeel

A

: op basis van redenering, door gebruik te maken van de rede, je verstand

19
Q

Scala naturae

A

(de ladder van de natuur), ordening van de natuur volgens een duidelijk hiërarchisch systeem van oplopende perfectie

20
Q

Sofist

A

rondtrekkende geleerde die in de klassieke oudheid tegen betaling onderwijs gaf

20
Q

Verwondering

A

besef dat iets niet vanzelfsprekend is en je doet afvragen hoe dat kan

21
Q

Vrije wil

A

dat deel van ons waarvan aangenomen wordt dat het vrije keuzes maakt en niet aan causale (of oorzakelijke) wetten gebonden is

22
Q

Zoöcentrisme

A

diergerichte opvatting die dieren als gevoelige subjecten met eigenwaarde beschouwt

23
Q

filosofie

A

Is het systematisch onderzoeken van vragen en daarmee ook het beredeneren van antwoorden en dit allemaal op een rationele en kritische manier