H 4 Flashcards
1
Q
Verstoren
A
Molestar
2
Q
Afvallen
A
Adelgazar
3
Q
Beleggen
A
Invertir
4
Q
Bereiden
A
Preparar
5
Q
De bloemkool
A
Coliflor
6
Q
Fijn
A
Fino / bien
7
Q
Gemiddeld
A
Aproximadamente
8
Q
De gewoonte
A
Hábito constumbre
9
Q
Hakken
A
Picar
10
Q
Het ingrediënt
A
Ingrediente
11
Q
De jenever
A
Ginebra
12
Q
Het kleed
A
Alfombra
13
Q
Leggen
A
Poner algo en horizontal
14
Q
Oorspronkelijk
A
Original
15
Q
Opvallen
A
Destacar
16
Q
Het percentage
A
Porcentaje
17
Q
Het recept
A
Receta
18
Q
Het restje
A
Restos
19
Q
De soep
A
Sopa
20
Q
Het souvenir
A
Souvenir
21
Q
Het spruitje
A
Coles de Bruselas
22
Q
De staart
A
La cola
23
Q
Het toetje
A
Postre
24
Q
De ui
A
La cebolla
25
Het vaatje
Barril
26
Vangen
Agarrar
27
Versieren
Decorar
28
De vlag
La bandera
29
De wok
Bol
30
De breedte
Anchura
31
Dadelijk
Directo/ en breve
32
Fruiten
Sofreir
33
Gaar
Preparado/ listo
34
De lepel
Cuchara
35
Loskloppen
Batir un huevo
36
Mengen
Mezclar
37
De mie
Fideos chinos
38
Onvergelijkbaar
Incomparable
39
Oosters
Oriental
40
De paksoi
Pakchoi
41
De pan
La olla
42
Roerbakken
Saltear
43
Roeren
Remover
44
Rondom
Remover
45
Scheppen
Coger una cucharada
46
Schillen
Pelar
47
Snipperen
Picar trocear
48
Speciaal
Especial
49
De specialiteit
Especialidad
50
Stoven
Estofar
51
Toevogen
Añadir/ agregar
52
Verhitten
Calentar
53
Verkruimelen
Desmenuzar
54
Voorverwarmen
Precalentar
55
Het vuur
Fuego
56
Zomaar
Derepente
57
Het beleid
La política de la empresa
58
Het bezit
Posesión de algo
59
De Criminaliteit
Criminalidad
60
De drank
La bebida alcohólica
61
Het effect
Efecto
62
Gedogen
Tolerar
63
Het genotmiddel
La droga
64
De legalisering
Legalización
65
Lichamelijk
Fisico
66
De plant
Planta
67
Produceren
Producir
68
Slap
Debil
69
Sloom
Despacio
70
Tijdelijk
Temporalmente
71
Tolerant
Tolerante
72
Verbieden
Prohibir
73
De bloeddruk
T.arterial
74
De calorie
Calorías
75
De chocola
Chocolate
76
Daarnaast
Junto a
77
De darm
Intestino
78
Het dieet
Dieta
79
Het etiket
Etiqueta
80
Flauwvallen
Desmayarse
81
De hersenen
Cerebro
82
De hoeveelheid
Cantidad
83
Het lichaam
El cuerpo
84
Opbergen opslaan
Guardar almacenar
85
Het overgewicht
Sobrepeso
86
De spier
Músculo
87
Uitvallen
Caer
88
De uitzondering
La excepción
89
Verbergen
Ocultar / esconder
90
Het verlies
La pérdida
91
Vermijden
Evitar prevenir
92
De vervanger
El reemplazo/sustituto
93
Verwerken
Procesar/asimilar
94
De vezel
Fibra
95
Het vocht
El líquido
96
De voeding
Alimentación
97
Aantonen
Demostrar
98
Andersom
Al revés
99
Doorkomen
Pasar/superar/llegar
100
Het gebrek
Ausencia/falta
101
Oververmoeid
Exhausto/ agotado
102
De verklaring
La explicación / declaración
