GTE Flashcards

1
Q

Wat is ‘on sight’?

A

On sight

Je klimt een route in één keer voor, zonder dat je tevoren iemand anders de route hebt zien klimmen en zonder te vallen of in het touw te gaan hangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ‘flash’?

A

Net als on sight, maar je hebt wél gekeken hoe iemand anders de route heeft geklommen of iemand anders heeft je verteld wat de problemen zijn. Vervolgens klim je de route voor zonder vooraf te oefenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is ‘après travail’?

A

Je hebt een route al vaker geprobeerd of uitgewerkt. Vervolgens klim je hem voor zonder te vallen of in het touw te hangen om uit te rusten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is een route correct uitgeklommen?

A

Een route is pas uitgeklommen wanneer het laatste setje vanuit een reglementaire positie is ingepikt. Het is niet toegestaan om de bovenste rand vast te nemen om in te pikken. Men mag ook niet uivallen en de laatste greep moet vastgenomen zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef 3 fouten tegen fairplay van het indoor voorklimmen

A
  1. In het touw hangen
  2. Setjes vastnemen
  3. Grepen van andere kleur dan je eigen route vastnemen
  4. Voeten op haken plaatsen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de meest voorkomende touwcommando’s voor je gaat klimmen

A

Klimmer: naam + depart

Zekeraar: naam + deparkt oké

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef de meest voorkomende touwcommando’s tijdens het klimmen

A

Klimmer: naam + mou / touw

Klimmer: naam + sec / strakker zekeren

Klimmer: naam + let op (zekeraar moet rekening houden met een val)

Zekeraar: naam + voetfout (zekeraar wijst de klimmer op een (potentiele) voetfout)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef de meest voorkomende touwcommando’s als de klimmer (tijdelijk) wil stoppen met klimmen

A

Klimmer: naam + bloc

Zekeraar: naam + bloc oké (je kan hangen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef de meest voorkomende touwcommando’s als de klimmer naar beneden wil

A

Klimmer: naam + bloc

Zekeraar: naam + bloc oké. Je kan hangen

Klimmer: descend / zakken

Zekeraar: descend / zakken oké

!Bij het uithalen van het touw, ‘touw’ roepen! => zo niet = veiligheidsfout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent actief zekeren?

A
  • Niet stilstaan
  • Kijken naar je klimmer
  • Voorruit gaan en touw geven
  • Touw inhalen als je ziet dat inpikken niet lukt op het einde
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarop let je bij het inpikken van een setje?

A
  • Touw komt vanuit muur, anders is er gevaar dat je touw het setje kan uitpikken
  • De opening van je setjes moet gericht zijn weg van je route
  • Bij rechte route, setjes geschrankt steken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In welke wedstrijdvorm bestaat er geen tijdslimiet?

A

Speedclimbing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kun je zelf je emoties sturen?

A
  • Ademhalen
  • Route tactisch voorbereiden
  • Route fysiek voorbereiden
  • Steun medeklimmer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vormen van klimmen heb je (indoor en outdoor)?

A

Toprope

Voorklimmen

Boulderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Over welke minimumuitrusting moet een beginnend klimmer beschikken om een single pitch op een artificiële klimstructuur te klimmen?

A
  • Gordel
  • Zekeringstoestel (halfautomaat)
  • Musketon (2)
  • Touw (minimum 40m)
  • setjes (12)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke verschillende types klimgordels bestaan er en welke van deze raad je een beginnende klimmer aan en waarom?

A
  • Heupgordel (kan uitgebreid worden met een borstgordel)
  • Integraalgordel:
    • Voor kinderen (hebben geen heupen)
    • voor volwassenen waarvan hun bovenlichaam veel zwaarder is dan onderlichaam (niet bij voorklimmen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Benoem de verschillende onderdelen van een klimgordel?

A
  • Heuplus
  • Billussen
  • Inbindlussen
  • Zekeringslus
  • Materiaallussen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarop let je bij het aandoen van je gordel?

A
  • Gordel boven heupen aandoen en aanspannen
  • Dan billussen aanspannen, zorgen dat die niet gedraaid zitten.
  • Zorgen dat inbindlussen en zekeringslus centraal zitten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Geef voordelen van verstelbare beenlussen tov vaste beenlussen?

A

Verstelbare beenlussen zijn beter regelbaar bij gewichtsverlies of gewichtstoename, maar ook bij het dragen van verschillende soorten kledij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Geef de soorten musketons

A
  • Snapper (enkel voor setjes)
  • Categorie 1: beperkt inzetbaar: openen van de karabiner vereist slechts twee bewegingen, die soms tegelijkertijd plaats kunnen vinden (twist lock)
  • Categorie 2: Meestal inzetbaar, onder voorwaarden: twee maar slechts zelden samen optredende, of drie, soms samen optredende bewegingen zijn nodig om de sluiting te openen (schroefkarabiner)
  • Categorie 3: all round inzetbaar (safebiners): drie uiterst zelden samen optredende bewegingen zijn nodig voor het openen. (Ball-lock en belay master)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is het probleem aan categorie 1 en 2 van musketons?

A

Ongevallen toonden aan dat karabiners van deze categorieën ongewenst kunnen openen, waaronder bij het zekeren en indirect inbinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke karabiner gebruik je bij het zekeren en bij het direct inbinden?

A

Karabiner categorie 3

23
Q

Wat betekenen de getallen en cijfers om een musketon?

A

Cijfers: valhoudbaarheid in kN (recht, dwars en open)

Letters: keuring UIAA (internationaal overkoepelende organisatie voor bergsportverenigingen) en CE

24
Q

Bespreek de volgende types musketons volgens: gebruik, toepassing en eigenschappen:

  1. Snapper / gewone musketon
  2. Schroefmusketon
  3. Safebiners
  4. HMS
  5. Twistlock
A
  1. Snapper / gewone musketon: enkel voor gebruik van setjesr.
  2. Schroefmusketon: rode lijn open, zekeren of twee tegenovergesteld bij indirect inbinden.
  3. Safebiners / veiligheidsmusketon: zelfsluitende 3-weg vergrendeling voor zekeren
  4. HMS: musketong voor halve mastworp, een knoop die weerstand geeft bij het zekeren.
  5. Twistlock: niet mee zekeren, wel twee tegenovergesteld bij indirect inbinden.
25
Q

Hoe omschrijf je een safebiner en geef de types?

A
  • Beveiligde musketon die slechts opengaat door drie niet samengaande bewegingen uit te voeren
  • Types: ball lock, push and twist, pull and twist, magnetron vaporlock
26
Q

Hoe kan je voorkomen dat een musketon gaat draaien (in het uiterste van het setje, of in de zekeringslus van je gordel)?

A
  • Rubber in setje
  • Belay master (beveiligde dwarsbelasting), gridlock
27
Q

Bespreek de werking van zekeringstoestellen van onderstaande:

  • Tubers
  • Passieve halfautomaten
  • Actieve halfautomaten
A
  • Tubers: remkracht op basis van wrijving
  • Passieve hefboommechanisme, veel wrijving (smart, fish, mega jul)
  • Actieve halfautomaten: remsysteem (grigri)
28
Q

Verklaar de waarden in de tabel in de eerste kolom:

A
  • Impact waarde: zware val, de kracht die op je lichaam komt (in dit geval 7,3 kN)
  • Diameter: de dikte van het touw
  • Aantal UIAA vallen: val factor 2 mag hier 9 keer op dit touw gebeuren, daarna vernieuwen
  • Dynamisch rekpercentage: touw mag bij val (factor 2) maximaal 38% uitrekken
  • De rek van het touw bij 80kg: bij inhangen zonder bloc, is de rek op het touw 9,7%
  • Gewicht per meter: hoeveel iedere meter touw weegt
  • Materie: uit welk materiaal het touw gemaakt is.
29
Q

Welke punten verdienen aandacht bij de aanschaf van een klimtouw?

A
  • Lengte touw
  • Dikte touw: indirect afhankelijk van zekeringstoestel
  • Statisch en dynamisch (klimtouw is dynamisch)
  • Keurmerk
  • Enkel touw, dubbel touw, tweelingstouw
30
Q

Waarom moet een touw dynamisch zijn?

A

Om de schok van de val te absorberen (minder elastisch, grotere impact op het lichaam)

31
Q

Geef het belang aan van dynamische eigenschappen van touw

A

Dynamische touwen rekken mee, waardoor ze bij een val een deel van de valkracht opvangen, dit maakt de val minder hard en voorkomt rugblessures

32
Q

Wat is de standaardlengte van een klimtouw?

A

40 meter

33
Q

Wanneer schrijf je een touw af?

A
  • Wanneer de mantel versleten is
  • Wanneer het touw lang onderhevig is geweest aan de zon
  • Wanneer het touw in aanraking geweest is met chemische stoffen.
34
Q

Geef de voordelen van een touwzak

A
  • Bescherming tegen stof en scherpe dingen
  • Vermijd knopen
  • Makkelijk om mee te nemen
35
Q

Geef de twee grote groepen van zekeringstoestellen en hun subgroepen:

A
  • Actieve zekeringstoestellen:
    • halfautomaten
  • Passieve zekeringstoestellen:
    • Autotubers
    • Tubers
36
Q

Hoe zorg je voor dynamisch zekeren bij ‘halfautomaten’ en tuberachtigen?

A

Meegaan met de valbeweging door een stap naar voren te zetten of eventueel wat omhoog te springen

37
Q

Wat kan je vertellen over een setje (gebruik, samenstelling)?

A
  • Bestaat uit twee snappers en een bandsling (dogbone) en worden in plaats gehouden door een rubbertje
  • Belangrijk dat steeds dezelfde snapper voor touw wordt gebruikt.
38
Q

Wat weet je over de ‘gaswerkmethode’ bij het zekeren met grigri en wanneer wordt die gebruikt?

A

Bij de gaswerkmethode duwt de belayer met zijn duim op het remmechanisme bij afgifte. De resterende vingers blijven rond het remtouw gewikkeld. Hierdoor kan de geleiderhand het touw snel uittrekken zonder dat het apparaat wordt geblokkeerd. De wijsvinger rust onder de metalen vouw van de grigri

39
Q

Bespreek een aantal situaties waarbij een klimmer gevaarlijk valt, in die zin dat hij ernstige lichamelijke schade kan oplopen

A
  • In het begin van de route vallen (tussen 1e en 2e setje)
  • Op plateau vallen
  • Haperen aan rotspunten
40
Q

Bespreek een aantal situaties waarbij een klimmer zwaar valt (grote valafstand), maar die weinig risico inhouden op lichamelijke schade?

A
  • Een overhangend terrein
  • Wanneer voldoende touw werd uitgegeven
  • Wanneer zekeraar dynamisch zekert
41
Q

Wat wordt allemaal gecontroleerd tijdens een partnercheck?

A
  • Gordel goed aan
  • Correct ingebonden
  • Touw correct in zekeringstoestel, zekeringstoestel correct aan safebiner
  • Touwverloop goed
  • Juiste touw
  • Stopknoop op einde touw
  • Genoeg setjes mee
  • Helm bij buitenklimmen
42
Q

Verklaar het begrip ‘poulie-effect’

A

Musketon heeft maximale breukkracht van het dubbel, omdat hij 2 gelijke krachten moet weerstaan, namelijk één aan de klimmers kant en één aan de zekeraars kant.

43
Q

Wanneer roepen we voetfout?

A

Touw achter het been

44
Q

Welke 2 getallen gebruiken we om de valfactor te berekenen en benoem ze?

A

Vrije valhoogte gedeeld door meters uitgegeven touw

45
Q

Geef de formule voor het berekenen van de valfactor

A

Vf= h : l

46
Q

Wat is het belang van warming-up en cooling down?

A

Blessueres vermijden van gewrichten, pezen en spieren

47
Q

Hoe pas je warming-up en cooling down toe bij het klimmen in de praktijk?

A

Opklimmen in niveaus (5a, 5b, 5c, …)

48
Q

Wat zijn enkele veelvoorkomende klimblessures?

A
  • Bandjes van de vingers scheuren
  • Omslaan voeten (boulderen)
  • Schouder blessures
49
Q

Geef drie manieren om blessures te vermijden?

A
  • Opwarmen
  • Niet crimpen, maar met open hand klimmen
  • Partner check
50
Q

Hoe handel je bij een ongeval?

A
  • Verwittigen van zaalverantwoordelijke
  • EHBO
51
Q

Geef enkele situaties waarbij je als voorklimmer niet wilt vallen:

A
  • Wanneer je nog niet ingepikt hebt
  • Wanneer het touw achter je been zit (voetfout)
  • Wanneer je een setje hebt overgeslaan
  • Wanneer de zekeraar niet aandachtig is
  • Wanneer er een te groot gewichtsverschil is
  • Wanneer er teveel touw is uitgegeven
  • Wanneer je te los gezekert bent
  • Als je naar beneden kijkt en de valzone is niet vrij
52
Q

Geef voorbeelden van preventief gedrag:

A
  • Stopknoop leggen op einde van het touw
  • Een backup zekeraar inschakelen
  • Partnercheck
  • Spotten
53
Q

Wat zijn 3 risicovolle situaties bij indoorklimmen?

A
  • Voetfout
  • Setje overslaan
  • het verkeerd inpikken, touw gaat naar de muur toe, het touw kan zichzelf uitpikken uit het setje.
54
Q

Hoe ga je om met een groot gewichtsverschil?

A
  • Ohm gebruiken
  • Backup zekeraar gebruiken
  • Sling aan het anker