Grootschalig veldonderzoek Flashcards

1
Q

Enkelvoudig aselect

A

alle eenheden in kader genummerd en daar wordt een willekeurig aantal uit getrokken.
 Voordeel; bevindingen generaliseerbaar naar populatie
 Nadeel; praktijk vaak onmogelijk, accurate lijst nodig, hoge kosten, kleine steekproef minder geschikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Systematisch

A

elke k-eenheid wordt getrokken met k = random (10.000 personen met k is 100, elke 100e kandidaat benaderd)
 Voordeel; generaliseerbaar, regelmatig dus meer controle
 Nadeel; praktijk vaak onmogelijk, accurate lijst nodig, hoge kosten, kleine steekproef minder geschikt, opletten dat interval niet samenvalt met een andere systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gestratificeerd:

A

eenheden in kader eerst verdelen in stata’s (deelpopulaties) en hieruit random steekproeven trekken.
 Voordeel; generaliseerbaar, controleren voor heterogeniteit, geschikt voor weinig voorkomende groepen.
 Nadeel; moeilijk, veel info, duur, info over kenmerken in populaties nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cluster

A

natuurlijke groepen selecteren, vervolgens iedereen benaderen uit de groepen.
 Voordeel; generaliseerbaar, efficiënter, lagere kosten, geen accurate lijst nodig
 Nadeel; resultaat minder nauwkeurig dan random

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Getrapt

A

natuurlijke groepen selecteren, vervolgens aselect mensen benaderen uit groepen
 Voordeel; generaliseerbaar, efficiënter, geen accurate lijst nodig
 Nadeel; resultaat minder nauwkeurig dan random

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Quota

A

streven naar stratificatie, maar dan zonder beschikking over kader. Interviewers selecteren respondenten zelf
 Voordeel; snel en goedkoop, controleren voor heterogeniteit, geschikt voor onderzoeken op weinig voorkomende groepen
 Nadeel; geen garantie dat steekproef representatief is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sneeuwbal

A

beginnen met enkele beschikbare en benaderbare eenheden met kenmerk waar je geïnteresseerd in bent.
 Voordeel; snel en goedkoop, soms enige methode bij verborgen populaties
 Nadeel; niet representatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gemak

A

gemakkelijk bereikbare eenheden selecteren
 Voordeel; snel en goedkoop
 Nadeel; niet representatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Non-respons

A

Item non-respons; een item/vraag is niet ingevuld
Persoons non-respons: een persoon is onbereikbaar, onwil of onvermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voordelen

A

1: je kunt veel onderwerpen aansnijden
2: generaliseerbaarheid van resultaten naar populatie
3: grote groep bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Nadelen

A

1: belang van goede steekproef/ bestrijden van uitval belangrijk
2: Je kunt niet echt de diepte ingaan/doorvragen bij antwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kanssteekproef

A

Ieder lid heeft gelijke kans om gekozen te worden & representatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Niet-kanssteekproeven zijn:

A

quota, sneeuwbal, gemak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly