groepsvorming kent talrijke gradaties Flashcards

1
Q

in tijdsduur

A
  • tijdelijke groepen: omwille van specifieke biotische/abiotische factoren die van voorbijgaande aard zijn
  • permanente groepsvorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

in grootte

A
  • per 2
  • per 3
  • kleine groepen (+/-) 10-tal exemplaren
  • middelgrote groepen (minder dan 100, meer dan 10)
  • grotere groepen - extreem grote kuddes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

in taakverdeling

A
  • kuddevorming: weinig sprake van taakverdeling

- groepen met een hiërarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe bepalen kippen hun rangorde?

A

door gevechten, door elkaar te pikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe noemt de rangorde bij vogels?

A

“pikorde” of dominantie hiërarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het nut van een rangorde?

A

de dieren voorkomen energieverspilling aan onderlinge strijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verschil tussen de harem en het matriarchaat

A

de harem: 1 dominant mannetje en een aantal wijfjes

matriarchaat: vrouwtjes nemen de macht over, de mannetjes lopen daar maar wat omheen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een sociale staat?

A

waar de hiërarchie en taakverdeling het verst doorgedreven is. de samenwerking en taakverdeling is zo intens dat de individuen afzonderlijk niet meer in staat zijn te overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe noemen we insecten die in een sociale staat leven?

A

sociale insecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly