grammoutils le but Flashcards
1
Q
opdat, zodat
A
,afin que 2
2
Q
opdat,zodat
A
, pour que 2
3
Q
uit angst dat
A
,de peur que 2
4
Q
zodat opdat
A
, de manière que 2
5
Q
zodat opdat
A
, de façon que 2
6
Q
om
A
pour 4
7
Q
om
A
afin de 4
8
Q
met als doel om
A
dans l’intention de 4
9
Q
met het oog op
A
en vue de 4
10
Q
uit vrees
A
de peur de 4
11
Q
voor
A
pour 5
12
Q
met het oog op
A
en vue de 5