Grammar when u use it Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

Present Simple

A

Is het een feit of regelmaat?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Present Continuous

A

Gebeurt het in het nu?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Past Simple

A

Is de tijdsbepaling in het verleden? (yesterday, last week)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Past Continuous

A

Is een handeling onderbroken door een andere handeling?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Present Perfect

A

Is het iets wat in het verleden begonnen is en nogsteeds bezig is of nu nogsteeds invloed heeft?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Past Perfect

A

Is de actie in het verleden begonnen en onderbroken door een andere actie? A1=PP A2=PS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

First Conditional

A

De zin geeft aan dat iets waarschijnlijk gaat gebeuren in de toekomst. Geen zekerheid maar wel waarschijnlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Second Conditional

A

Dromen en wensen, onmogelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Third Conditional

A

Gebeurtenis in het verleden beschrijven die nooit heeft plaatsgevonden. Dromen of wensen die nooit uit kunnen komen omdat het in het verleden is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly