Gouden eeuw Flashcards

1
Q

Gedogen

A

toelaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

factorij

A

handelspost met kantoren en pakhuizen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wereldeconomie

A

economisch systeem van wereldwijde handelscontacten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

monopoly

A

alleenrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

batavia

A

hoofdkwartier van de VOC op Java

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gewetensvrijheid

A

recht om te geloven wat je wilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gouverneur-generaal

A

hoogste bestuurder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

werkgever

A

iemand die mensen tegen loon in dienst heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

voc

A

verenigde oost-indische compagnie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Immigreren

A

verhuizen vanuit een ander land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

gereformeerd

A

calvinistisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

emigreren

A

een land voorgoed verlaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

WIC

A

west-indische compagnie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

compagnie

A

handelsbedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

werknemer

A

iemand die in loondienst is bij een werkgever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

pullfactor

A

reden om je ergens te vestigen

17
Q

pushfactor

A

reden om een plaats te verlaten

18
Q

moedernegotie

A

De grondlegger van alle handel in de Gouden Eeuw van Nederland. Deze bestond uit de graanhandel met het Oostzeegebied.

19
Q

specialisatie

A

het produceren van 1 of enkele producten

20
Q

commercialisering

A

het produceren van producten voor de verkoop in plaats van voor eigen gebruik

21
Q

kapitalisme

A

winst maken

22
Q

driehoekshandel

A

wanneer goederen tussen 3 plaatsen worden geruild (europa, amerika en afrika)

23
Q

aandelen

A

klein stukje van bedrijf kopen

24
Q

jan pieterszoon coen

A

gouverneur-generaal van de voc. zorgde ervoor dat de voc veel winst maakte