GOP Flashcards

1
Q

Voorhechtingsfase

A

0 – 2 maanden
Baby vooral geïnteresseerd in prikkels die rechtstreeks zijn lichaam
beroeren en toont weinig interesse in mensen om zich heen
Zintuiglijke gevoeligheden voor menselijke stem en voor menselijk gezicht
Huilen en glimlachen (geen sociale glimlach!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beginnende gehechtheid

A

2 – 6 à 8 maanden
• begin differentiële reactie
• selectieve sociale glimlach
• geen sterke negatieve reactie op toenaderingspogingen van vreemden,
maar minder snel glimlachen of laten troosten
• geen sterke reactie op scheiding van moeder
• gevoel van (basis)vertrouwen op basis van al dan niet contingent reageren
moeder (of andere primaire verzorger)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Feitelijke gehechtheid

A

(8 – 36 maanden)
• Zeer hechte band met één of enkele verzorgers
• Kind wil aanwezigheid verzorger bestendigen (vb. volgen en op schoot klimmen)
• Sterke hiërarchie in voorkeur, op basis van sensitieve responsiviteit → het
aanvoelen en adequaat reageren op de signalen die het kind uitstuurt
• Separatie-angst → kind is van streek wanneer primaire hechtingsfiguur weggaat
• Veilige uitvalsbasis → vertrouwde verzorger als basis van exploratie (secure base)
en veilige haven (safe haven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kernconflict babyfase

A

0-1
vertrouwen/wantrouwen
hoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kernconflict peuter

A

1-3
autonomie/schaamte
wilskracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kernconflict kleuter

A

3-6
initiatief/schuldgevoel
doelgerichtheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kernconflict lagereschool

A

6-11
vlijt/minderwaardigheid
competentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kernconflict adolocentie

A

identiteit/rolverwaring

trouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kernconflict jongvolwassenen

A

intimiteit/ isolement

liefde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kernconflict middenvolwassen

A

generativiteit/stagnatie

zorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kernconflict laat volwassenheid

A

ego-integriteit/wanhoop

wijsheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hamvraag babytijd

A

Kan ik de mensen rondom me vertrouwen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

piaget levensfase

A

0-2 sensomotirsch zintuigen gebruiken
2-7 pre-operationeel gebruik van symbolisch denken (objectpermanentie en pretend play)
7-11 concreet operationeel logisch georganiseerd redeneren
11- formeel operationeel gebruik van abstract, complex redeneren(hypothetezes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

object permanentie

A

ontwikkeld rond 8maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

a niet b fout

A

niet opzoek gaan naar een object in de juiste locatie

1jaar oud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly